literatuurgeschiedenis middeleeuwen

Waar denk je aan bij de middeleeuwen?
1 / 35
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

Éléments de cette leçon

Waar denk je aan bij de middeleeuwen?

Slide 1 - Question ouverte

Let op!
Op SOM vind je een samenvatting van de theorie, maar maak ook aantekeningen bij de les en kijk goed naar de filmpjes.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

middeleeuwen

ongeveer 500 -  historisch gezien begin middeleeuwen

ongeveer 1100 - literair gezien begin middeleeuwen

ongeveer 1500 - uitvinding boekdrukkunst -> einde    middeleeuwen

Slide 4 - Diapositive

middeleeuwen

theocentrisme: god(sdienst) stond in het centrum van de belangstelling


memento mori: gedenk te sterven


zie video volgende pagina: 4.20-6.20

Slide 5 - Diapositive

Waarom zouden mensen tijdens hun leven altijd in hun achterhoofd moeten houden dat zij ooit gaan sterven? (Memento mori: gedenk te sterven)

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Vidéo

middeleeuwen
feodale stelsel

Slide 8 - Diapositive

middeleeuwen
                                                                                     standenmaatschappij                                




                                                                            later: burgers (vanaf 1250)

Slide 9 - Diapositive

middeleeuwen

collectivisme -> je maakte deel uit van een groep; het individu was onbelangrijk -->> veel werk was anoniem

Slide 10 - Diapositive

middeleeuwen
symboliek:
De middeleeuwer ging ervan uit dat achter de reële, zichtbare werkelijkheid een diepere, niet direct waar te nemen werkelijkheid schuilging. Het alledaagse kon een teken voor iets zijn, een symbool.
getallensymboliek: 3 en 7 zijn bijv. heilige getallen
kleurensymboliek: bijv. blauw -> trouw, wit -> zuiverheid
symboliek in de natuur: bijv. roos -> liefde, duif -> vrede

Slide 11 - Diapositive

Is er in deze tijd ook sprake van collectivisme?

Slide 12 - Question ouverte

middeleeuwse literatuur 
ongeveer 1200: teksten in het Middelnederlands
Natureingang: een stereotype beschrijving van de natuur (meestal de lente)
literaire milieus
  • literatuur aan het hof
  • geestelijke literatuur 
  • literatuur in de stad

Slide 13 - Diapositive

Maken
- Neem het vragenblad voor je dat op SOM staat of voor je ligt
- Ga naar www.literatuurgeschiedenis.nl
- Beantwoord vraag 1 t/m 8
(Let op: je moet voor het tentamen de antwoorden op je vragen leren)

Slide 14 - Diapositive

Nakijken
5 De verdrijving van Adam en Eva uit het paradijs. Eva en Adam hadden tegen het verbod van God gegeten van de boom der kennis van goed en kwaad.

6 Hierdoor verloren ze hun onschuld en vanaf toen was er ellende en verdriet en misdaad in de wereld.


7 Het O.T. bestaat uit verhalen over het volk Israël, het N.T. beschrijf het leven en de leer van Jezus Christus.

Slide 15 - Diapositive

Nakijken
8 De meeste mensen waren analfabeet en konden zelf dus niet lezen of schrijven. Maar ook als je kon lezen, was het niet gemakkelijk om de bijbel te begrijpen, omdat die eigenlijk alleen in het Latijn beschikbaar was. Alleen mensen die gestudeerd hadden en Latijn hadden geleerd, konden zelfstandig de bijbel lezen en begrijpen. De gewone mensen waren aangewezen op de priesters, die in hun preken vertelden over wat er in de bijbel stond.

 

9 God liet zijn gevallen schepselen niet in de steek. Hij beloofde de mensheid een verlosser: de Messias (gezondene). Die werd, aan het begin van onze jaartelling, onder nederige omstandigheden geboren uit de maagd Maria: Jezus Christus.jnen. 


Slide 16 - Diapositive

Nakijken
10 De afrekening vindt plaats na de dood, als de ziel voor de rechterstoel van God moet verschijnen. Dan wordt zijn definitieve lot bepaald: wordt het de hemel of de hel? De vrees voor de dood en het Laatste Oordeel was daarom groot.

 

11 Het middenpaneel toont hoe Jezus Christus terugkeert naar de aarde en recht spreekt over alle mensen. De doden staan op uit hun graven. Ze moeten zich, net als alle levenden, verantwoorden voor de manier waarop ze hun leven geleid hebben. De aartsengel Michael legt de zielen een voor een op zijn weegschaal en stelt hun gewicht vast.

Slide 17 - Diapositive

Nakijken
12 Voordat deze zielen naar de hemel kunnen, moeten ze daarom eerst gezuiverd worden. Dat gebeurt in het vagevuur, waar de zondigheid als het ware van de zielen wordt afgebrand. Pas als alle zonden zijn geboet, mogen de zielen hun plaats in de hemel innemen.

13 Mensen het Memento Mori in beeld voor te houden.

Slide 18 - Diapositive

Nakijken
14 Dát je op een dag zult sterven, staat voor ons nog net zo vast als voor, pakweg, Egidius uit Brugge zo’n zeshonderd jaar geleden.

15 De dood lag overal op de loer. Kindersterfte, dijkdoorbraken, hongersnoden, stadsbranden, dodelijke ziekten, plunderende landsheren of grootschaliger oorlogsgeweld beheersten het dagelijks leven.

16 Iedereen verdwijnt vroeg of laat onder de grond, en viert daar het macabere feest van 'mollengijs', want voor hem bestaan er geen rangen en standen.

17 Veel mensen stierven, 1/3 van de Europese bevolking en de helft van de Parijzenaars. De bevolking leefde in een voortdurende angst.

Slide 19 - Diapositive

Nakijken
18 Geestelijken trokken zich terug uit de wereld en stelden in hun leven in het klooster volledig in dienst van God.

19 De overige standen, de adel, de boeren en de burgerij, waren voor hun geestelijke zorg aangewezen op priesters en kapelaans die dagelijks preekten, de mis opdroegen, de biecht afnamen en de andere sacramenten toedienden, zoals doop, huwelijk en laatste oliesel.

20 Gods genade is zo groot dat zelfs misdadigers vergeving kunnen ontvangen, mits ze berouw hebben van hun zonden en de laatste sacramenten ontvangen. Als aan die voorwaarden is voldaan, kunnen ze ook in gewijde grond – in of rond de kerk – begraven worden, en wacht hun de eeuwige heerlijkheid. + Mening over Genade voor misdadigers.

Slide 20 - Diapositive

Nakijken
21 Den spyeghel der salicheyt van Elckerlijc. Het verhaal vertelt over hoe een mens zalig kan worden, dat wil zeggen hoe hij zich zo moet voorbereiden op de dood dat hij toegang krijgt tot de hemel. Hoe zalig te worden wordt hier de lezer/toeschouwer voorgespiegeld.

22 Het is een allegorisch spel, dat wil zeggen dat de personages abstracte begrippen belichamen.

23 Wijsheid ( matigheid), moed ( sterkte), bezonnenheid ( voorzichtigheid), rechtvaardigheid; geloof, hoop en liefde. Restant zonden: onkuisheid, onmatigheid, gramschap, traagheid.

Slide 21 - Diapositive

Nakijken
24
 - hij komt onverwacht;
- niemand wordt door de dood uitgezonderd;
- uitstel is onmogelijk;
- de dood is ongevoelig voor aards bezit / aanzien / status;
- terugkeer uit de dood is onmogelijk

25 - ‘ik zal je bijstaan tot in de dood’ ( vs 190);
- ‘….dat ik zou worden doodgestoken’ ( vs 196 – 197);
- ‘ik ga…..hel’ ( vs 210 – 211)

Slide 22 - Diapositive

Nakijken
26 - Elckerlijc heeft zijn bezit nooit ten goede aangewend ( goede werken e.d.)
- een doodshemd heeft geen zakken.

27 - Ieder sterft alleen; anderen kunnen niet bij je blijven; bovendien, als zij zich zouden doden, betekent dat zelfmoord en daarmee was je verdoemd.
- nr twee bestaat uit persoonlijke eigenschappen / kwaliteiten die je aan je ‘vastgebakken’ zitten.

Slide 23 - Diapositive

Nakijken
28

· de priester is de sleuteldrager van de heilige sacramenten;
· hij geeft de gelovigen inzicht in de heilige schrift;
· hij houdt de mens van zonden af, dan wel geeft hem vergiffenis;
· hij maakt van wijn en brood Christus’ bloed en lichaam.
Kennelijk waren priesters vaak beroepshalve niet integer, want zij lieten zich in met ontucht en aflaten.

Slide 24 - Diapositive

Nakijken
29 Het zijn eigenschappen / kwaliteiten waar je in het hiernamaals niets aan hebt ( zie Vander mollenfeeste).

30 Wil je deugdzaam door het leven gaan, dan zal je eerst toch moeten mediteren over wat er allemaal fout bij jou is.

31 Eigen opvatting over actualiteitswaarde. (Gods/Christus’ monoloog moet erbij betrokken zijn )

Slide 25 - Diapositive

literatuur aan het hof

Ridderromans:

- voorhoofse roman (kenmerken: zie stencil) - Karelromans

- hoofse roman (kenmerken: zie stencil) - verering van de jonkvrouw

  1. Arthurromans: fantasie van de vroegere werkelijkheid
  2. Oosterse romans: kruistochten en onmogelijke liefdes
  3. Klassieke roman: klassieke oudheid


Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

geestelijke literatuur

- exempelen

- legenden

heiligenlevens


zie video volgende pagina 9.16-11.00

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

literatuur in de stad

Rond 1250: opkomst steden en opkomst burgerij


- Abele spelen (vaak opgevolgd door een sotternie)

- Prozaroman (ontrijming)

- Schelmenroman (Pietje Bell)

- Didactische literatuur  (Jacob van Maerlant) (video begin -2.20)

- Dierenverhalen

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Rederijkerskamers

Verenigingen waarin literatuur werd beoefend. 

Ze hadden vooral een opiniërende functie--> wat was goede literatuur of wat waren goed gedichten? Hoe moet het en waar moet het aan voldoen?


Boekdrukkunst: snelle verspreiding van nieuwe inzichten -> einde middeleeuwen-> start renaissance 


video 11.15-12.05

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Voor het beantwoorden van de vragen:
Let op: de site van literatuurgeschiedenis is een beetje veranderd. Boven vraag 5 staat: klik op thema's (middeleeuwen). Je moet nu op tijdvak klikken (middeleeuwen) i.p.v. op thema's. Daarna kun je bij 'onderwerpen' op 'Zonder geloof vaart niemand wel' klikken (heb je nodig vanaf vraag 5) en op 'memento mori' (heb je nodig vanaf vraag 14).

Link op volgende pagina.

Opdracht: maak vraag 14 t/m 20 in je groepje (break-outrooms Teams worden aangemaakt tijdens de les). Zorg dat je de link en de vragen bij de hand hebt.

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Lien