3hv - L6 P1 - 1e naamval en tijdsbepalingen

   Deutsch!    

3hv
Les 6 P1
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

   Deutsch!    

3hv
Les 6 P1

Slide 1 - Diapositive

Studienführer
Voorbereiding voor les 6:
maken: Schritt 38


Verwerkingsopdrachten na les 6:
maken: Schritt 39


Slide 2 - Diapositive

Lernziele
Schritt 39 - hören:
je kunt gesprekken in het Duts begrijpen (A2)

Grammatik:
1e en 4e naamval (uitbreiding).

Slide 3 - Diapositive

Wiederholung
naamvallen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Wij gebruiken bij Duits een schema!

Slide 8 - Diapositive

Wanneer gebruiken we de 1e naamval? Voor welke functie?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Het naamwoordelijk deel van het gezegde is ....
A
werkwoorden die in de 1ste naamval staan
B
een zinsdeel dat bij het onderwerp hoort

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Elke man is lui.
... Mann ist faul.
A
Jede
B
Jeder
C
Jedes
D
Jeden

Slide 13 - Quiz

Der Anwalt ist in seiner Freizet ... Aktivist.
A
ein
B
eine
C
einen
D
einer

Slide 14 - Quiz

Diese Werbung ist ... irreführende Nachricht (v).
A
ein
B
eine
C
einen
D
einer

Slide 15 - Quiz

Der Vorschlag ist ... Beleidigung (v).
A
ein
B
eine
C
einen
D
einer

Slide 16 - Quiz

Mein Onkel ist ... Klassenlehrer.
A
mein
B
meine
C
meinen
D
meiner

Slide 17 - Quiz

Wo ist (zijn) ..... Tasche?
A
sein
B
seine
C
seiner
D
seines

Slide 18 - Quiz

Wo habt ihr ... (jullie) Sachen?
A
euer
B
eure

Slide 19 - Quiz

Welk kind heeft dyslexie?
... Kind hat Dyslexie?
A
Welch
B
Welches
C
Welche
D
Welchem

Slide 20 - Quiz

Es gibt hier ... (geen) Spinnen!

Slide 21 - Question ouverte

In Bern befindet sich ... (een) Bärenpark (m).
A
ein
B
eine
C
einer
D
einen

Slide 22 - Quiz

... (het) Bärenpark (m) ist eine Attraktion.
A
Ein
B
Der
C
Die
D
Das

Slide 23 - Quiz

Der Bärenpark (m) ist ... (het) Symbol (o) von Bern.
A
der
B
den
C
die
D
das

Slide 24 - Quiz

... (Dit) Park (m) ist ... ein idealer Platz zum Spielen und Klettern.
A
Der
B
Dieser
C
Jener
D
Dieses

Slide 25 - Quiz

tijdsbespalingen

Slide 26 - Diapositive

Jeden Tag (m)...
kijk goed naar het schema. Welke naamval moet dit zijn?

Slide 27 - Question ouverte

Oude regel:

Tijdsbepalingen  zijn vaak mannelijke woorden

Slide 28 - Diapositive

Nieuwe regel:

Tijdsbepalingen ZONDER voorzetsel 

4e naamval

Slide 29 - Diapositive

elke maand
A
jeder Monat
B
jedes Monat
C
jedem Monat
D
jeden Monat

Slide 30 - Quiz

vorige herfst
A
letzter Herbst
B
letztes Herbst
C
letzte Herbst
D
letzten Herbst

Slide 31 - Quiz

deze zomer
A
dieser Sommer
B
diesem Sommer
C
diesen Sommer
D
diese Sommer

Slide 32 - Quiz

welke ochtend?
A
Welche Vormittag?
B
Welchen Vormittag?
C
Welchem Vormittag?
D
Welcher Vormittag?

Slide 33 - Quiz