1HV.U3.ex 16 adorer,aimer,détester,préférer

1HV.U3. Après les cours
Grammaire : ex 16  gevoelswerkwoorden
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

1HV.U3. Après les cours
Grammaire : ex 16  gevoelswerkwoorden

Slide 1 - Diapositive

1HV.U3. Après les cours

Slide 2 - Diapositive


  1. Telefoon in de tas
  2. Ga rustig zitten op je eigen plaats 

  1. Pak je spullen:
  2. agenda, pen, boeken, schrift
  3. Tas op de grond naast je tafel

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

B1E - foto opdracht (cijferopdracht) Les 1
In groepjes van 4 werken.
1. Foto op een wit vel plakken. Let op : Onder de foto moet nog een lange tekst geschreven worden.
2. Wat ga je vertellen over de foto
(Klassikaal inventariseren) of leerlingen woordenboeken geven zodat ze een paar woorden zelf kunnen op zoeken. ( bos , rivier). 
3. Schrijf de tekst in klad in het Frans op.
Havo minimaal 50 woorden ( spaties geven de grens van een woord aan.)
VWO minimaal 65 woorden
4. Schrijf de tekst in het net in het Frans op onder de foto. Vaardigheid Écrire
5. Lever je dokument in bij je docent.


Slide 5 - Diapositive

B1E studiemiddag
Op de studiemiddag hebben Corine en ik de opdracht van het beschrijven van een vakantiefoto (aan het einde van unité 2) uitgewerkt tot een lesvullende opdracht voor een cijfer. Deze ga ik in de Sinterklaasweek geven. Ik was niet van plan weging 1 te hanteren maar weging 1 aan het einde van het jaar voor alle extra/speciale opdrachten samen (zo heb ik het vorig jaar gedaan). Het is misschien handig als alle brugklasdocenten één lijn trekken. Ik vind wat jij doet ook prima.

Slide 6 - Diapositive

Faux?
Welke is niet waar?

A
Le loup mange le poulet.
B
Le loup mange le garçon.
C
Le papa est fâché.
D
Le loup pleure.

Slide 7 - Quiz

Traduis: 'Il ouvre le frigo'.

A
Zij opent de koelkast.
B
Hij opende de koelkast.
C
Zij sluit de koelkast.
D
Hij opent de koelkast.

Slide 8 - Quiz

Vertaal: 'Il voit le poulet'.
A
Hij ziet de kip.
B
Hij vrat de kip.
C
Hij zag de kip.
D
Hij ziet de wolf.

Slide 9 - Quiz

Est-ce que tu aimes le poulet?
Houd jij van kip?

Slide 10 - Question ouverte

Bien fait!

Slide 11 - Diapositive

Hoeveel heb je van deze les begrepen?
0100

Slide 12 - Sondage

Hoe vond je deze GPL Frans?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Sondage

Geef me 1 tip en 1 top.
Merci!

Slide 14 - Question ouverte

Merci beaucoup
et 
à bientôt!

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo