Pretérito Perfecto - primera clase

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

El Pretérito Perfecto
Het boek 'Paso Adelante' noemt deze tijd 'Presente Perfecto' maar het is precies hetzelfde. 

Slide 3 - Diapositive

El Pretérito Perfecto
Deze tijd lijkt op het Nederlands: voltooid tegenwoordige tijd.
Ook in het Spaans bestaat het uit een hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord. 

Slide 4 - Diapositive

Geef een voorbeeldzin in het Nederlands in de v.t.t.
timer
2:00

Slide 5 - Question ouverte

Welke twee hulpwerkwoorden heb je in het Nederlands?
timer
2:00

Slide 6 - Question ouverte

In het Spaans heb je maar één hulpwerkwoord! 
HABER
yo he
has
él/ella/usted ha
nosotros (as) hemos
vosotros (as) habéis
ellos/ellas/ustedes han

Slide 7 - Diapositive

Hoe maak je een voltooid deelwoord? 

praten = hablar / gepraat = hablado

eten = comer / gegeten = comido

wonen, leven = vivir / gewoond, geleefd = vivido

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

¿Habéis hablado en español?
A
Hebben zij Spaans gesproken?
B
Heeft U Spaans gesproken?
C
Hebben wij Spaans gesproken?
D
Hebben jullie Spaans gesproken?

Slide 10 - Quiz

Hij heeft gegeten.
A
Ha comido.
B
Han comido.
C
Hemos comido.
D
Él habéis comido.

Slide 11 - Quiz

Hemos vivido en Groningen.
timer
1:00

Slide 12 - Question ouverte

Ik heb gegeten.
timer
1:00

Slide 13 - Question ouverte

Jij hebt Nederlands gepraat.
timer
1:00

Slide 14 - Question ouverte

Zij heeft geen aardappelen gegeten.
timer
1:30

Slide 15 - Question ouverte

El Pretérito Perfecto - irregular
openen = abrir / geopend = abierto
zeggen = decir / gezegd = dicho
maken,doen = hacer / gemaakt, gedaan = hecho
terugkeren = volver / teruggekeerd = vuelto
schrijven = escribir / geschreven = escrito
zien = ver / gezien = visto
'to put' = poner / gezet, geplaatst, enz. = puesto
stukmaken = romper / stukgemaakt, stuk = roto

Slide 16 - Diapositive

timer
1:00
vuelto
escrito
romper
hacer
volver
escribir
roto
hecho

Slide 17 - Question de remorquage

timer
1:30
zien
openen
volver
maken, doen
ver
abrir
terugkeren
hacer

Slide 18 - Question de remorquage