Ontdekkingsreis door het Metriekstelsel

Ontdekkingsreis door het Metriekstelsel
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Ontdekkingsreis door het Metriekstelsel

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de maten in het metriekstelsel benoemen en omrekenen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over het metriekstelsel?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het Metriekstelsel?
Het Metriekstelsel is een internationaal systeem van maten dat gebaseerd is op tien. Het wordt gebruikt om lengte, gewicht en volume te meten.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De basismaat: Meter
De meter is de basismaat in het Metriekstelsel. Het wordt gebruikt om lengte te meten. Een meter is ongeveer de lengte van een volwassen persoon.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleinere maten
Naast de meter zijn er ook kleinere maten zoals de millimeter en de centimeter. Een millimeter is de kleinste maateenheid en een centimeter is 10 keer zo groot als een millimeter.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grotere maten
Naast de meter zijn er ook grotere maten zoals de decimeter en de kilometer. Een decimeter is 10 keer zo groot als een centimeter en een kilometer is 1000 keer zo groot als een meter.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tussenmaten
Tussen de meter en de kilometer zijn er nog enkele maten zoals de dam en de hectometer. Een dam is 10 keer zo groot als een meter en een hectometer is 100 keer zo groot als een meter.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omrekenen
Het is ook mogelijk om maten in het Metriekstelsel om te rekenen. Je kunt bijvoorbeeld een meter omrekenen naar centimeters door te vermenigvuldigen met 100.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen
Laten we oefenen met het omrekenen van maten in het Metriekstelsel. Reken de volgende maten om: 1) 500 centimeters naar meters 2) 2 kilometer naar meters

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Toepassing in het dagelijks leven
Het Metriekstelsel is overal om ons heen. We gebruiken het bijvoorbeeld bij het meten van ingrediënten tijdens het koken en bij het bepalen van afstanden tijdens het reizen.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting
Het Metriekstelsel is een systeem van maten gebaseerd op tien. De meter is de basismaat. Er zijn kleinere maten zoals millimeter en centimeter, en grotere maten zoals decimeter en kilometer. Tussen de meter en kilometer zijn er nog dam en hectometer.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig oefenen
Ga zelfstandig aan de slag met de oefeningen in je werkboek. Vergeet niet om je antwoorden te controleren.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie
Beantwoord de volgende vragen om te laten zien wat je hebt geleerd: 1) Wat is de basismaat in het Metriekstelsel? 2) Wat is het verschil tussen een centimeter en een kilometer?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
Goed gedaan! Je hebt vandaag veel geleerd over het Metriekstelsel. Blijf oefenen met het gebruiken en omrekenen van maten, zodat je er steeds beter in wordt.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.