D1ATh5 B5: Planten

D1ATh3 Ordenen
 B5: Planten
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

D1ATh3 Ordenen
 B5: Planten
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Diapositive

Welke celkenmerken
heeft een plantencel?

Slide 2 - Question ouverte

Leerdoel
1.  Je leert dat je het plantenrijk kunt indelen in 2 stammen

2. Je leert welk kenmerk men daarvoor heeft gebruikt

3. Je leert de namen van de stammen

4. Je leert welke kenmerken bij de stammen horen

5  Je leert welke planten behoren tot de stammen 



Slide 3 - Diapositive

Opdrachten (huiswerk)
Handboek:   Lezen blz. 78 en 79
                          Noteer de gekleurde woorden in je schrift.

Werkboek blz. 85

Maak opdracht: 17

Slide 4 - Diapositive

Organen van een plant
Een plant heeft organen:

- wortels
- stengels
- bladeren
- (niet altijd) bloemen 

Planten behoren tot het 
"Rijk van de planten".
Bloemen?
Niet elke plant heeft bloemen

Slide 5 - Diapositive

Het rijk van de planten kun je indelen in 2 stammen.
Hierbij let je op de manier van voortplanten.

De manier van voortplanten is een kenmerk.

Slide 6 - Diapositive

Neem dit schema over in je schrift, maak grote vakken
Vul in wat je nu weet, later ga je weer meer invullen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Stam: Sporenplanten
Mossen:

Mossen zijn kleine plantjes, ze groeien in groepen bij elkaar.

Varens:

Varens herken je aan hun grote bladeren. 
De bladrand is vaak ingesneden. Zo lijkt één blad uit allemaal kleine blaadjes te bestaan.

Slide 9 - Diapositive

Mossen

Voortplanting:


Mosplantjes vormen sporendoosjes die (ver) boven het plantje zelf uitsteken.

In de sporendoosjes komen sporen, dat zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.
haarmos

Slide 10 - Diapositive

Varens
Voortplanting:

Varens vormen sporenhoopjes aan de onderzijde van de bladeren.

Een sporenhoopje is een verzameling sporendoosjes bij elkaar.
De sporen zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.
Mannetjesvaren

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Stam: Zaadplanten
Zaadplanten planten zich voort door zaden. Uit een zaad kan een nieuw plantje groeien.
Zaadplanten hebben bloemen, in de bloem kan een zaad ontstaan.

Voorbeelden van zaadplanten zijn bijvoorbeeld gras, struiken, bomen en planten zoals in de afbeelding.

Slide 13 - Diapositive

in het klokhuis
In de bloem ontstaat het zaad.
Als je een appel eet, vind je het zaad in het klokhuis.

Slide 14 - Diapositive


Bij welke planten zie je deze cellen?
A
zaadplanten
B
mossen
C
varens
D
A, B en C

Slide 15 - Quiz

1, 2 en 3
zijn de organen van een plant
1
2
3
A
ja
B
nee
C
ja, maar elke plant heeft ook altijd een bloem als orgaan
D
ja, maar elke plant heeft ook altijd zaden als orgaan

Slide 16 - Quiz


Behoort tot de
A
zaadplanten
B
sporenplanten
C
varens
D
schimmels

Slide 17 - Quiz

zaadplanten
sporenplanten
algen
Sleep de afbeeldingen naar de juiste indeling.




niet leren :)

Slide 18 - Question de remorquage


Je ziet hier
A
een varen
B
sporendoosjes
C
sporenhoopjes
D
een zaadplant

Slide 19 - Quiz


Behoort tot de stam van de ......
A
zaadplanten
B
sporenplanten
C
bomen en struiken
D
planten

Slide 20 - Quiz

1, 2 en 3 zijn de enige organen van deze plant. Dit is een ......
1
2
3
A
zaadplant
B
naaldboom
C
Groene plant
D
sporenplant

Slide 21 - Quiz


Gerst is een
A
zaadplant
B
naaldboom
C
Groene plant
D
sporenplant

Slide 22 - Quiz

Hier zie je voorbeelden van
A
planten met sporendoosjes
B
planten met sporenhoopjes
C
planten met zaden
D
varens

Slide 23 - Quiz


In de afbeelding
zie je
A
sporendoosjes
B
sporenhoopjes
C
voortplantingscellen van een mos
D
zaden van een zaadplant

Slide 24 - Quiz


Kenmerken van sporenplanten

A
wel of geen bloemen
B
wortels stengels bladeren
C
voortplanting door sporen of zaden
D
A, B en C allemaal goed

Slide 25 - Quiz


Ridderspoor is een
A
zaadplant
B
naaldboom
C
Groene plant
D
sporenplant

Slide 26 - Quiz


Deze plant behoort tot het rijk van de (1)
en de stam van de (2)
A
1: Sporen 2: mossen
B
1: Planten 2: mossen
C
1: Planten 2: sporenplanten
D
1: sporen 2: varens

Slide 27 - Quiz


Deze plant Voortplanting door:
A
sporen
B
zaden
C
de bloemen
D
pitten

Slide 28 - Quiz


Een zaadplant heeft een kenmerk dat sporenplanten niet hebben:
A
wortels
B
stengels
C
bladeren
D
bloemen

Slide 29 - Quiz


A
sporenplanten wel zaadplanten niet
B
sporenplanten niet zaadplanten niet
C
sporenplanten niet zaadplanten wel
D
sporenplanten wel zaadplanten wel

Slide 30 - Quiz

Sporenplanten
Stam en kenmerken noemen

Slide 31 - Question ouverte

Zaadplanten
Stam en kenmerken noemen

Slide 32 - Question ouverte

Wat is 'een Stam'

Slide 33 - Question ouverte

Leerdoel

1.  Je weet en kunt uitleggen hoe je het plantenrijk kunt indelen in 2 stammen

2. Je weet en kunt uitleggen welk kenmerk men daarvoor heeft gebruikt

3. Je weet en kunt uitleggen wat de namen van de stammen zijn

4. Je weet en kunt uitleggen welke kenmerken bij de stammen horen

5  Je weet en kunt voorbeelden geven van planten die tot de stammen behoren 



Slide 34 - Diapositive

Wat heb je geleerd over planten?

Slide 35 - Carte mentale

Wat vind je nog lastig?
Hoe ga je dat aanpakken?

Slide 36 - Carte mentale

Noteer de titel: Voortplanting van mossen. 
Neem de tekening over en schrijf erbij wat hier gebeurt.

Slide 37 - Diapositive