H 8 Straling

Hoofdstuk 8, Straling
timer
10:00
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec diapositives de texte et 7 vidéos.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 8, Straling
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Straling en licht
In het hoofdstuk licht hebben we het gehad over de zichtbare straling. Deze zichtbare straling bestaat uit het spectrum, alle kleuren van de regenboog. 

De niet-zichtbare straling kunnen we dus niet zien, maar wel bewijzen. Daar gaat dit hoofdstuk over. 

Slide 3 - Diapositive

Straling
Als er straling op een voorwerp valt kan het worden weerkaatst, of geabsorbeerd. 

Als de straling wordt geabsorbeerd kan het warmte afgeven of stoffen kapot maken. Dat kapot maken noemen we het ioniserend effect

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Uv straling

Slide 6 - Diapositive

UV straling 
Deze straling zorgt er voor dat je bruin wordt. Ook is dit de bron van vitamine D voor je lichaam. 

Zonlicht bestaat uit:
95% UV-A straling: huidveroudering
5% UV-B straling: bruin worden (en ook verbranden en daaropvolgend huidkanker) en vitamine D productie


Slide 7 - Diapositive

IR straling

Slide 8 - Diapositive

IR straling
Infrarood straling wordt ook wel warmtestraling genoemd. Deze straling wordt gebruikt in sauna's en in hitte zoekende camera's voor nightvision (denk maar aan The Division of andere oorlogsspelletjes). 

Slide 9 - Diapositive

Rontgenstraling

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Rontgen
In 1894 nam Wilhelm Rontgen de eerste rontgenfoto van de hand van zijn vrouw. Tegenwoordig maken we nog steeds gebruik van deze techniek om naar beenderen te kijken. 

Slide 12 - Diapositive

Rontgenfoto maken
Een rontgenfoto wordt gemaakt door rontgenstraling door een lichaamsdeel van een patient te stralen. De beenderen absorberen deze straling, de rest van de straling wordt doorgelaten en zorgen voor een schaduw. Hierna wordt de foto in negatief gezet (zwart wordt wit en wit wordt zwart), waardoor je de beenderen als wit ziet. En de achtergrond zwart. 

Slide 13 - Diapositive

Bekijk nu het filmpje
Het klokhuis over Rontgenfoto's en andere manieren van een diagnose stellen mbv straling

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Straling meten
Straling breidt zich vanuit het middelpunt uit. 

Vlak bij de bron is de straling het sterkst. Hoe verder je van het middelpunt weggaat, hoe minder sterk de straling wordt.

Slide 16 - Diapositive

Ioniserende straling

Straling die de moleculen kapot kan maken, wordt ioniserende straling genoemd.


UV straling is zwak ioniserend. Er is veel ultraviolette straling nodig om een behaalde hoeveelheid stof af te breken. Rontgenstaling is veel sterker ioniserend. Daardoor kan deze straling je gemakkelijk ziek maken.

Slide 17 - Diapositive

Radioactiviteit

Radioactieve stoffen zenden ook sterk een ioniserende straling uit.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Radioactiviteit

Sommige stoffen geven spontaan (zelf) ioniseren de straling af.


Wat is ioniserende straling ook alweer?


Dit is straling die moleculen kapot kan maken.

Deze straling noemen we radioactief.

Slide 20 - Diapositive

Radioactief?

Wat betekent het woord radioactief dan eigenlijk?


Radio betekent zenden, actief weet je wel.


Het woord radioactief betekent dus actief zenden. Iets wat radioactief is zendt zelf straling uit. Zonder hulp.

Slide 21 - Diapositive

Natuurlijk/kunstmatig

Er zijn natuurlijke radioactieve stoffen, deze geven zelf radioactieve straling af.


Er zijn ook stoffen die gemaakt zijn en radioactieve straling afgeven. Deze zijn kunstmatig radioactief.

Slide 22 - Diapositive

Geigerteller

Ioniserende straling kun je met een geigerteller meten.


Hij geeft klikjes als er straling aanwezig is, hij verklikt dus eigenlijk de straling.

Slide 23 - Diapositive

Instabiele kernen

Een radioactieve isotoop heeft atoomkernen die instabiel zijn. Daarmee wordt bedoeld dat die kernen spontaan (dus zonder invloed van buitenaf) veranderen.


Op het moment dat zo'n atoomkern verandert, zendt deze een kleine hoeveelheid straling uit. Dit wordt radioactief verval genoemd.

Slide 24 - Diapositive

Radioactief verval

Als een kern van een radioactieve stof straling geeft, is hij net in verval geraakt. Dan is de kern van het atoom verandert in een andere (niet radioactieve) stof. Dit kunnen alleen radioactieve stoffen en dat kunnen ze maar 1x.


Als ze in verval raken, zenden ze dus straling uit.

Slide 25 - Diapositive

Meten van radioactiviteit


Je meet radioactiviteit dus met een geigerteller.


Maar je meet dit in Bequerel (Bq)=1 Bq is 1 veranderde kern per seconde.

Slide 26 - Diapositive

Halveringstijd

De kernen van een isotoop veranderen steeds door de helft.


Dus een halveringstijd van 300 Bq per dag houdt in:

0 dagen - 300 Bq - 100%

1 dag - 150 Bq - 50% 

2 dagen - 75 Bq - 25%

 etc etc etc

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Radioactief afval

Hoe ga je om met radioactief afval?


Het klokhuis zocht het uit:

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Lien

Straling gebruiken
Straling kun je ook in je voordeel gebruiken. Bijvoorbeeld in het ziekenhuis om bepaalde ziekten te behandelen of bepaalde processen in het lichaam zichtbaar te maken.

Slide 31 - Diapositive

Soorten straling
De ioniserende straling lopen van minder sterk naar sterk:
Alfa straling
Beta straling
Gamma straling

Slide 32 - Diapositive

Dracht van straling

Het ene soort straling heeft een veel groter doordringend vermogen dan de andere:

- Alfastraling

- Betastraling

- Gammastraling

Slide 33 - Diapositive

De Gamma camera
Een camera die werkt met behulp van Gamma straling. Bekijk het filmpje om meer te weten te komen.

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

Beschermen tegen straling
De cellen van je lichaam moeten beschermd worden tegen straling. 

Voor UV straling kun je simpelweg een zonnebrand gebruiken, maar sterkere straling heeft een betere bescherming nodig. Rontgenstraling wordt tegengehouden door lood bijvoorbeeld. 

Bekijk de volgende filmpjes. 

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Vidéo

Slide 38 - Vidéo


Slide 39 - Diapositive