week 1 les 1 gustar

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

¿Qué tal las vacaciones?

Cada clase

• Cuaderno
• lista de vocabulario
• libro 
• modulo

Martes, 5 de enero

Antes de las vacaciones...

bijvoeglijke naamwoorden

waar staan ze in het Spaans?

Wat heb je verder geleerd?

achter het zelfstandig naamwoord

bijvoeglijke naamwoorden op een -o veranderen in -a bij een vrouwelijk woord. 

bijvoeglijke naamwoorden worden ook in het meervoud gezet

Gustar = houden van/leuk vinden

Me gusta + een zelfstandig naamwoord enkelvoud.

vb: Me gusta la música rock. (Ik hou van rockmuziek)

Me gusta + een werkwoord

vb: Me gusta bailar. (Ik hou van dansen.)

Me gustan + een zelfstandig naamwoord meervoud.

vb: Me gustan los gatos. (Ik hou van katten.)

No me gusta/n.... = ik hou niet van....

LET OP! je gebruikt een bepaald lidwoord

Gustar

Om te vragen:

¿Te gusta......? Hou jij van....?

vb: ¿Te gusta el fútbol? (Hou je van voetbal?)

¿Te gustan....? Hou jij van....?

vb: ¿Te gustan los perros? (Hou je van honden?)

¿Qué te gusta? ¿Qué no te gusta?

respuestas

A. 

1. gustan

2. gusta

3. gusta

4. gusta

5. gustan

B.

1. Sí, me gustan los perros. No, no me gustan los perros.

2. Sí, me gusta ver Netflix. No, no me gusta ver Netflix.

3. Sí, me gusta hablar español. 

   No, no me gusta hablar español.

4. Sí, me gusta leer. No, no me gusta leer.

5. Sí, me gustan los gatos. No, no me gustan los gatos. 

Deberes

• Maken opdracht 1.10 uit je module pag. 23. Lever hiervan een foto in via deze LessonUp (zie volgende pagina)
• Maak uit je libro de ejercicios (online) ej. 2.5, 2.6, 2.7, 2.8, 2.9
• Om in te loggen in je libro de ejercicios: https://eleteca.edinumen.es --> inloggen met [e-mail], wachtwoord: spaans
• Leren: gustar en tarea 1.6 (mening geven en reageren) 

Maak opdracht 1.10 uit je module en voeg een foto van deze opdracht uit je schrift toe.