proeftoets hst 7

proeftoets hst 7
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

proeftoets hst 7

Slide 1 - Diapositive

In het figuur hiernaast zie je de atomen van twee verschillende stoffen.

Twee stoffen die beide worden weergegeven als twee niet-ontleedbare, twee-atomige moleculen, worden het beste afgebeeld in:
A
figuur a
B
figuur b
C
figuur c
D
figuur d

Slide 2 - Quiz

In het figuur hiernaast zijn drie deeltjes 1, 2 en 3, weergegeven.Welke deeltjes hebben hetzelfde atoomnummer?
A
alle drie
B
alleen 1 en 2
C
alleen 1 en 3
D
alleen 2 en 3

Slide 3 - Quiz

In mineraalwater komen verschillende deeltjes voor. Een daarvan is NO3–.
Tot welk soort deeltjes behoort NO3–?
A
atomen
B
ionen
C
moleculen

Slide 4 - Quiz

Kristalglas is een mengsel van siliciumdioxide en andere metaaloxiden. Kristalglas met een hoog gehalte aan lood wordt veel gebruikt in de kernindustrie, omdat het radioactieve straling tegenhoudt. Dit type glas bevat een relatief hoog gehalte PbO.

Wat is de naam van PbO?
A
lood(I)oxide
B
lood(II)oxide
C
lood(III)oxide
D
lood(IV)oxide

Slide 5 - Quiz

Wat is de formule van ijzer(III)nitraat?
A
Fe3NO3
B
FeNO3
C
Fe(NO3)2
D
Fe(NO3)3

Slide 6 - Quiz

Mierenzuur (CH2O2) is een moleculaire stof. Geef aan hoe dit uit de formule van mierenzuur blijkt.

Slide 7 - Question ouverte

deze tabel hoort bij de volgende vragen

Slide 8 - Diapositive

Bij de ontleding van 34 gram aluminiumoxide ontstaat 18 gram aluminium.
Hoeveel zuurstof ontstaat bij deze reactie?
A
7,0 gram
B
16 gram
C
18 gram
D
52 gram

Slide 9 - Quiz

Hieronder is de vergelijking van een verbrandingsreactie gegeven.
2 C3H6 + 9 O2 -> 6 CO2 + 6 H2O

Wat is het coëfficiëntgetal van water?
A
1
B
2
C
6
D
9

Slide 10 - Quiz

Hieronder is de vergelijking van een verbrandingsreactie gegeven.
2 C3H6 + 9 O2 -> 6 CO2 + 6 H2O

Hoe noem je het getal 3 in propaan (C3H6)?
A
de massaverhouding
B
een coëfficiëntgetal
C
een index
D
het massagetal

Slide 11 - Quiz

Hieronder is de vergelijking van de reactie tussen aluminium en zwavel gegeven.
2 Al + 3 S -> Al2S3

In welke massaverhouding reageren aluminium en zwavel met elkaar?
A
1 : 1
B
1 : 3
C
2 : 3
D
54 : 96

Slide 12 - Quiz

Maak de volgende reactievergelijkingen kloppend.
2p a ... NH4NO3 -> ... N2O + ... H2O
2p b ... NH3 -> ... N2 + ... H2
2p c ... Mg3N2 -> ... Mg + ... N2

Slide 13 - Question ouverte

Wat is de formule van koper(I)chloride?
(Kruisregel en Binas)
A
CuCl
B
Cu2Cl
C
CuCl2
D
Cu2Cl2

Slide 14 - Quiz

Wat is de formule voor de stof chloorgas?
A
Cl2
B
Cl
C
C2
D
C

Slide 15 - Quiz

Wat is de formule van de stof zuurstof?
A
O2
B
o2
C
Z2
D
O

Slide 16 - Quiz

Wat is de formule van IJzer(III)sulfaat
A
Fe2(SO4)3
B
Fe3(SO4)2
C
Fe2(CO3)3
D
Fe3(CO3)2

Slide 17 - Quiz

Zoek op in Binas:
Wat is de triviale naam van mangaan(IV)oxide
A
Bruinsteen
B
butagas
C
boterzuur
D
mangaanzuurstof

Slide 18 - Quiz

zoek op in binas, de rationele naam van kaliloog
A
oplossing van kaliumhydroxide
B
oplossing van natriumhydroxide
C
oplossing van bariumhydroxide
D
oplossing van calciumhydroxide

Slide 19 - Quiz

zoek op in binas, de triviale naam voor glucose
A
druivensuiker
B
2,3,4,5,6-pentahydroxy hexanal
C
suiker
D
zetmeel

Slide 20 - Quiz

Welk ijzerzout lost goed op?

A
Fe3(PO4)2
B
FeSO4
C
Fe2O3
D
Fe(OH)2

Slide 21 - Quiz

Wat is de formule van de ijzerionen in Fe2O3?
A
Fe2−
B
Fe2+
C
Fe3−
D
Fe3+

Slide 22 - Quiz

Welke naam hoort bij de formule NH4+?

A
ammonia
B
ammoniak
C
ammonium

Slide 23 - Quiz

In het afvalwater van een fabriek worden opgeloste Ca2+-ionen aangetroffen. Deze kunnen uit het water worden verwijderd door middel van een neerslagreactie met een oplossing van een zout.
Welk zout is daarvoor geschikt?
A
ammoniumnitraat
B
bariumcarbonaat
C
kaliumfosfaat
D
koperbromide

Slide 24 - Quiz

Wat is de formule van koper(I)chloride?
(Kruisregel en Binas)
A
CuCl
B
Cu2Cl
C
CuCl2
D
Cu2Cl2

Slide 25 - Quiz

Wat is de formule voor de stof chloorgas?
A
Cl2
B
Cl
C
C2
D
C

Slide 26 - Quiz

Wat is de formule van de stof zuurstof?
A
O2
B
o2
C
Z2
D
O

Slide 27 - Quiz

Als je een vaste stof in water doet, en het mengsel geeft een heldere vloeistof, hoe noem je het mengsel dan?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Water
D
Emulsie

Slide 28 - Quiz

wat is de naam van FeO
A
ijzer(II)oxide
B
ijzer(III)oxide
C
ijzeroxide
D
ijzer(I)oxide

Slide 29 - Quiz

Waarvoor staat het symbool C
A
Koper
B
Koolstof
C
Chroom
D
Calcium

Slide 30 - Quiz

De naam van het atoom met symbool Cu
A
calcium
B
chloor
C
koper
D
koolstof

Slide 31 - Quiz

Wat is het symbool van Cadmium?
A
C
B
Ca
C
Cd
D
Cad

Slide 32 - Quiz

Wat is het symbool voor Kalium?
A
Ca
B
K
C
Ka
D
C

Slide 33 - Quiz

Het symbool van Goud
A
Go
B
Au
C
AU
D
GO

Slide 34 - Quiz

Waarvoor staat het symbool Ag?
A
Goud
B
Aluminium
C
Lood
D
Zilver

Slide 35 - Quiz

Het symbool Fe hoort bij een
A
metaal
B
niet-metaal

Slide 36 - Quiz

Het symbool van ijzer
A
Fe
B
Au
C
Na
D
Cu

Slide 37 - Quiz

Wat is het symbool van Jood?
A
J
B
Jd
C
D
D
I

Slide 38 - Quiz

Wat is de naam van het symbool N?
A
Neon
B
Nitraat
C
Stikstof
D
Zwavel

Slide 39 - Quiz

Wat is het symbool van Helium?
A
Mg
B
Na
C
He
D
Fl

Slide 40 - Quiz

Cl is het symbool voor
A
Chloor
B
Chroom
C
Fluor
D
Calcium

Slide 41 - Quiz

Pb is het symbool voor
A
Fosfor
B
Lood
C
Platina
D
Tin

Slide 42 - Quiz

Wat is het symbool voor magnesium?
A
M
B
Ma
C
Mg
D
Ms

Slide 43 - Quiz

Welke stof wordt aangegeven met het symbool Na
A
Natrium
B
Stikstof
C
Nobelium
D
Neon

Slide 44 - Quiz

Hoeveel verschillende
moleculen
zijn er getekend?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 45 - Quiz

Hoeveel atoomsoorten
zie je in de tekening?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 46 - Quiz

Wat is het coëfficiënt van 6 O2?
A
6
B
1
C
0
D
2

Slide 47 - Quiz

Wat is de index van 6 O2?
A
6
B
1
C
0
D
2

Slide 48 - Quiz