A2C - Periode 4 - H6 Les 5 - GSE (11-04-2022)

Bienvenidos
Lessonup klascode A2c: whrqg
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Bienvenidos
Lessonup klascode A2c: whrqg

Slide 1 - Diapositive

Programa de hoy
  1. Info, deberes (10m) 
  2. Vervolg: 'Comparaciones' (10m)
  3. Presente Perfecto: lectura + explicación (30m)
  4. Werken aan landenopdracht (indien tijd voor)
  5.  Evaluación + Deberes (5m)

Slide 2 - Diapositive

Comprobar los deberes
Estudiar: 
- Vocabulario 6.3. > Spinner
- Frases clave 2 

Hacer: 
- Afmaken WB p. 65 oef 1  > check
- Afmaken VOC. unidad 6 p.16-17 --> oef 27abc+28ab > Zie slide
- Maken: WB p.70 oef 13 > al nagekeken
- Schrijf de frases clave 2 op en beantwoord die voor jouw presentatieland (= tweegesprek, onderdeel van je presentatie). > Vragen?

Slide 3 - Diapositive

Respuestas oef 27abc+28ab (p. 16+ 17)
27a
  1. más joven que
  2. menos estrictos que
  3. tan pesado como
  4. menos caro que
  5. mejor que
27b
  1. jonger dan
  2. minder streng dan
  3. net zo lastig als
  4. minder duur dan
  5. beter dan
27c
  1. Mi hermana es tan caótica como yo.
  2. Los padres de José son más estrictos que mis padres.
  3. Fernando es menos amable que Isabel.
  4. Juan es más alto que Fátima.
  5. (Yo) soy tan inteligente como mi amigo.
28a
  1. más grande que
  2. más pequeña que
  3. tan bonita que
  4. más barata que
  5. tan flojo como
  6. más cara que
28b
  1. España es más grande que Los Países Bajos.
  2. Jorge es más alto que Belén.
  3. La señora es más vieja que la chica.

Slide 4 - Diapositive

Vervolg: trappen van vergelijking

Hoe was het ook al weer?
> Herhaling van de uitleg op de volgende slides 

7 minutos individual
maken voc. p. 17 oefening 28c + p.18 oefening 29
timer
7:00

Slide 5 - Diapositive

Overtreffende trappen in het Spaans
Stellende trap:          Jan is net zo groot als Ana.
                                         Juan es tan grande como Ana
Vergrotende trap:   Jan is groter dan Ana.
                                         Juan es más grande que Ana
                                OF   Jan is minder groot dan Ana.
                                         Juan es menos grande que Ana
Overtreffende trap: Jan is de kleinste
                                          Juan es el más pequeño.


Dus: welke Spaanse woorden gebruik je hiervoor? 

Slide 6 - Diapositive

Dos familias muy viajeras, TB p.82

Slide 7 - Diapositive

Dos familias muy viajeras, VOCABULARIO 6.4
Vocab. 6.4

Slide 8 - Diapositive

Dos familias muy viajeras, TB p.82
Dos familias: ¿Qué hacen en vacaciones?
1. HACER: 
  • TB p.82 ej. 4A: Lees de teksten en schrijf in het Nederlands op waarom je de ene/andere familie leuker vindt om mee op vakantie te gaan.
2. HACER: 
  • TB p.82, ejercicio 4B (en parejas): maak de opdracht in tweetallen. 
  • In de linkertekst staan 7 verschillende verleden tijden, 
  • In de rechtertekst staan  6 verschillende verleden tijden. 
3: HACER: Voc. p.20-21 ejercicio 11 (+ 12)

¿Listo?   -> Hacer  WB p.70 oef 14 

Slide 9 - Diapositive

Verleden tijd:  Presente perfecto (= pretérito perfecto)  
3 minutos individual
- Bekijk de volgende afbeelding
- Wat is de regel denk je?
- Uitleg in gram. nr. 36-37


Tip: Kijk naar:
Gram. nr. 36-37 (regelm + onregelm)

Slide 10 - Diapositive

Explicación en vídeo
Uitleg op vídeo. Kijk het filmpje.

MAAK HIERVAN AANTEKENINGEN IN JE SCHRIFT!

Kun je nu zelf uitleggen hoe de verleden tijd wordt gevormd? Probeer het.

Vraag evt. aan de docente extra uitleg, of kijk naar: Gram. nr. 36-37 (regelm + onregelm)

Slide 11 - Diapositive

Info - PO: Landenopdracht 
  1. Lees de opdracht op classroom.
  2. Je werkt als tweetal met de klasgenoot die naast je zit (op plattegrond).
  3. We ‘verloten’ de landen. 
  4. Maak in tweetallen een ‘blauwe kaart’ over jullie land. Het voorbeeld staat in TB p.81., oefening 2A. Gebruik internet om informatie te vinden.
  5. Maak daarna het vraaggesprek ‘frases clave p.6’: Noteer de 12 vragen in het Spaans en beantwoord ze in het Spaans voor jouw land. Dit wordt onderdeel van je presentatie.

Slide 12 - Diapositive

Evaluación

Slide 13 - Diapositive

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 14 - Question ouverte

Deberes para la próxima clase
Estudiar: 
presente perfecto gram nr 36-37
herhalen de trappen van vergelijking gram. nr 15ab+16
leren vocab 6.4

Hacer: 
  • Afmaken voc. p. 18 oef 29 (A2c ook p.17 oef 28c)
  • Afmaken: TB p. 82 4AB
  • presente perfecto voc. p.20-21 oef 11bc
  • P.O. Landenopdracht helemaal afmaken


Slide 15 - Diapositive

Einde....

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Deze hoef je alleen passief te kennen, niet zelf te maken

Slide 19 - Diapositive

Info H6, Periode 3+4
 Toetsstof H6 (onder voorbehoud vooralsnog)
  • Vocab. 6.1 t/m 6.5; 
  • Frase clave p.6-7; 
  • Grammatica: 
- nr. 11 betrekkelijk vnw; 
- nr. 15ab trappen van vergelijking; 
- nr. 30-31 ser-estar-hay; 
- nr. 35 presente; 
- nr. 36-37 presente perfecto, ook onregelmatig; 
- nr. 38 futuro inmediato ir a + inf; 
- getallen TB p.97 (1-100 in beide richtingen, grotere getallen allen S-N)

Slide 20 - Diapositive