Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welkom bij Nask
Klas 3
Hoofdstuk 1: Stoffen en Materialen
Slide 1 - Diapositive
Planning
Uitleg Hoofdstuk 1.2
Zelfstandig werken
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt antwoord geven op deze vragen:
Waardoor oefent een gas druk uit?
Hoe bereken je druk?
Waarmee meet je de druk?
Slide 3 - Diapositive
1.2: Botsen en druk
APPLET - Demoproef: Ballon
‘Druk ontstaat als je ergens, nou ja... tegenaan drukt. Hoe groot de druk is, wordt ook bepaald door hoe hard je drukt, maar ook door het oppervlak waar de kracht over verdeeld wordt. Daarom oefenen de naaldhakken van Angelina Jolie meer druk uit dan de poot van een olifant.‘
Druk = Een kracht uitoefenen op een oppervlakte
Slide 4 - Diapositive
Luchtdruk en Overdruk
In de lucht zijn veel moleculen = Luchtdruk
De luchtdruk meet je met een barometer.
Luchtdruk op aarde is 100.000 N/m² = 100.000 Pa
Een druk groter dan de luchtdruk = Overdruk
Overdruk meet je met een manometer.
Luchtdruk + Overdruk = Absolute druk
Slide 5 - Diapositive
Rekenen met druk
1 N/m² = 1 Pa
100000 Pa = 1 Bar
In een fietsband is de luchtdruk soms wel 6 Bar.
6 Bar = 600000 Pa = 600000 N/m²
Slide 6 - Diapositive
Rekenen met druk
Formule:
𝐷𝑟𝑢𝑘= 𝐾𝑟𝑎𝑐ℎ𝑡 : 𝑂𝑝𝑝𝑒𝑟𝑣𝑙𝑎𝑘𝑡𝑒
𝑃 = 𝐹 : 𝐴
Slide 7 - Diapositive
Oefenvraag 1
De kracht van botsende moleculen op een deksel is 100 N. De oppervlakte van de deksel is 0,50 m². Bereken de druk.
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekening
Antwoord
Slide 8 - Diapositive
Oefenvraag 2
Op de wand van een gasfles werkt een kracht van 140.000 N. De oppervlakte van de fles is 0,8 m². Bereken de druk in de fles.