H4 AK 3.1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Hfd 3: Klimaat en landschap

- LEERDOELEN 3.1

- Je kunt de ligging van de hoge- en lagedrukgebieden op aarde aanwijzen.

- Je kunt de mondiale windsystemen beschrijven en verklaren.

Programma: 

1. Opdracht met kaartjes

2. Zelf (nogmaals) doornemen paragraaf

3. Kaartjes 'herschikken' indien nodig

4. Uitleg bij deze paragraaf

5. Kaartjes nabespreken

Leg uit hoe wind ontstaat!
ssssshhhttt en ieder voor zich

Waarom waait er op Aruba altijd een 'verkoelend briesje'?

Leerdoelen

• Je kunt het algemene patroon van luchtstromen binnen de atmosferische circulatie in relatie tot hoge- en lagedrukgebieden en de wet van Buys Ballot uitleggen.
• Je kunt de ontstaanswijze van passaten en moessons in relatie tot de verschuivende ITCZ beschrijven en verklaren

Coriolis effect

• Aarde draait van west naar oost, het snelst bij de evenaar
• Afwijking naar rechts op noordelijk halfrond, afwijking naar links op zuidelijk halfrond

https:

De grote windsystemen

https://schooltv.nl/video/luchtstromen-op-aarde-van-hoge-naar-lagedrukgebied/

Coriolis effect

https://www.youtube.com/watch?v=7DVL0ugj1O4

Leg uit waarom het in de woestijn zo droog is (opdracht 2b)

Waar draait de aarde het hardst, op de evenaar of bij ons in Nederland?

Passaten en Moessons

Nabespreken opdracht 3

Westenwind

Noordoost passaat

Zuidoost passaat

Afwijking naar rechts

Afwijking naar links

L

H

H

H

L

L

Westenwind

H

De intertropischeconvergentiezone (ITCZ) is altijd een

1. Maximum
2. Minimum

De ITCZ ligt in januari op het ..... halfrond

1. Zuidelijk
2. Oostelijk
3. Westelijk
4. Noordelijk