H1 Getallen - les 2

Startrekenen Vooraf
H 1 : getallen 

les 2 :
waarde van getallen
meer-minder
rekenmachine

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Startrekenen Vooraf
H 1 : getallen 

les 2 :
waarde van getallen
meer-minder
rekenmachine

Slide 1 - Diapositive

Doel

- Ik benoem de waarde van getallen.

- Ik vergelijk getallen
   en ik benoem wat meer en minder is.

Slide 2 - Diapositive

Waar denk je aan
bij de waarde
van een getal?

Slide 3 - Carte mentale

Getallen
Een getal bestaat uit één of meer cijfers:

0 , 1 , 2 , 3 , 4 , 5 , 6 , 7 , 8 , 9

Met deze getallen kun je alle getallen maken.



Slide 4 - Diapositive

Getallen
Getallen hebben verschillende waarde.





De 6 is een honderdtal       De 6 staat voor 600

De 3 is een tiental                 De 3 staat voor    30

De 8 is een eenheid             De 8 staat voor       8


Slide 5 - Diapositive

Getallen
Je kunt het getal in een raster schrijven.







H
T
E
6
3
8

Slide 6 - Diapositive

Getallen
Wat gebeurt er met
de waarde van het getal
als je er een 0 achter 'plakt'?

Slide 7 - Diapositive

Getallen


De 6 is een duizendtal      De 6 staat voor 6.000

De 3 is een honderdtal     De 3 staat voor     300


De 8 is een tiental               De 8 staat voor       80


De 0 is een eenheid            De 0 staat voor         0

Slide 8 - Diapositive

Getallen
Je kunt het getal in een raster schrijven.







D
H
T
E
6
3
8
0

Slide 9 - Diapositive

Wat is het getal waard?

Slide 10 - Diapositive


Wat is het getal
9 waard?
A
duizendtal
B
honderdtal
C
tiental
D
eenheid

Slide 11 - Quiz


Wat is het getal
7 waard?
A
duizendtal
B
honderdtal
C
tiental
D
eenheid

Slide 12 - Quiz


Wat is het getal
2 waard?
A
duizendtal
B
honderdtal
C
tiental
D
eenheid

Slide 13 - Quiz


Wat is het getal
3 waard?
A
duizendtal
B
honderdtal
C
tiental
D
eenheid

Slide 14 - Quiz


Wat is het getal
3 waard?
A
duizendtal
B
honderdtal
C
tiental
D
eenheid

Slide 15 - Quiz


Wat is het getal
3 waard?
A
duizendtal
B
honderdtal
C
tiental
D
eenheid

Slide 16 - Quiz


Wat is het getal
8 waard?
A
duizendtal
B
honderdtal
C
tiental
D
eenheid

Slide 17 - Quiz

Getallen vergelijken

Slide 18 - Diapositive

Getallen vergelijken
Je kunt getallen vergelijken.

Je gebruikt dan de woorden: meer en minder.

Dit kan ook met een teken:           >               <



TIP:
- Je kunt de letter K maken van Kleiner
- De punt wijst naar het kleinste getal.

Slide 19 - Diapositive

Getallen vergelijken
voorbeeld:






15 ballonnen is ...................... dan 25 ballonnen.
                                                    
                        meer                     minder          
                            >                               <                           

Slide 20 - Diapositive


100 ballonnen
is ....... dan
75 ballonnen.
A
meer
B
minder
C
>
D
<

Slide 21 - Quiz


200 puzzelstukjes
is ....... dan
240 puzzelstukjes.
A
meer
B
minder
C
>
D
<

Slide 22 - Quiz


80 snoepjes
zijn ....... dan
85 snoepjes.
A
meer
B
minder
C
>
D
<

Slide 23 - Quiz

Zet de getallen van 
  klein naar groot.

Slide 24 - Question de remorquage

Getallen
Aan de slag!

Maak opdracht 32 t/m 40.
(blz. 31 t/m blz. 40)


Klaar? 

-Kijk je werk na.
-Maak de taken via J.E.
-Werk in zelfstandige werkmap 
  onderdeel 'rekenen 2'

Slide 25 - Diapositive