productiefactoren 4TL

productiefactoren 4TL
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 12 min

Éléments de cette leçon

productiefactoren 4TL

Slide 1 - Diapositive

Wat is geen productiesector?
A
Agrarisch
B
Dienstverlening
C
Industrieel
D
Kapitaal

Slide 2 - Quiz

De bakker behoort tot de productiesector:
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 3 - Quiz

2. Wat is geen productiesector?
A
Agrarisch
B
Dienstverlening
C
Industrieel
D
Kapitaal

Slide 4 - Quiz

Wat is geen productiesector
A
Primaire sector
B
Quartaire sector
C
Agrarische sector
D
Tertiaire sector

Slide 5 - Quiz

Welke productiesector?
mijnbouwbedrijf
A
agrarisch
B
industrieel
C
dienstverlenend

Slide 6 - Quiz

De aardappelboer behoord tot de productiesector:
A
Quartaire sector
B
Primaire sector
C
Tertiaire sector
D
Secundaire sector

Slide 7 - Quiz

Tot welke productiesector behoort de kapper?
A
Dienstverlenende sector
B
Agrarische sector
C
Industriele sector

Slide 8 - Quiz

Werkgelegenheid
A
Banen die beschikbaar zijn
B
Werkzoekenden die beschikbaar zijn

Slide 9 - Quiz

Wat is werkgelegenheid?
A
Alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid
B
Alle mensen die willen werken bij bedrijven en de overheid
C
Iedereen van 15 jaar tot de pensionleeftijd die werkt of werkloos is

Slide 10 - Quiz

Wat is de beroepsbevolking?
A
Iedereen die werkt of werkloos is
B
Iedereen die werkt
C
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt
D
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of werkloos is

Slide 11 - Quiz

Als je niet bent geregistreerd als werkeloos. Hoe noem je dit?
A
verborgen werkeloosheid
B
ongeregistreerde werkeloosheid
C
verstopte werkeloosheid
D
schaduw werkeloosheid

Slide 12 - Quiz

Hoeveel graden moet een bad zijn voor een baby?
A
25
B
37
C
42
D
35

Slide 13 - Quiz

Wat is een ander woord voor arbeidsparticipatie?
A
verborgen werkloos
B
arbeidsdeelname
C
geregistreerd werkend
D
vrijwilligerswerk

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste definitie van arbeidsparticipatie?
A
Hoeveel mensen er werkzaam zijn van de beroepsbevolking.
B
Hoeveel procent van de bevolking bij de beroepsbevolking hoort.
C
Hoeveel mensen er werkzaam zijn van de bevolking.
D
Hoeveel procent van de bevolking tussen de 15 en 75 jaar zijn.

Slide 15 - Quiz