P2 - Les 4A - Fascisme

Het Interbellum
Welkom bij geschiedenis
Paragraaf 5: 
Hitler aan de macht
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Het Interbellum
Welkom bij geschiedenis
Paragraaf 5: 
Hitler aan de macht

Slide 1 - Diapositive

Onze afspraken
  1. In onze klas mag je altijd een vraag stellen. 
  2. Rust in de klas                                        - Als ik uitleg -> stilte.                          - Geconcentreerd werken -> stilte
  3. Telefoon, jassen, petten en AirPods zijn niet zichtbaar zonder mijn toestemming. 
  4. Vertrouwen

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen

  • Je kunt uitleggen hoe de grote economische crisis voedingsbodem is voor nieuwe fascistische- en nationaalsocialistische partijen in Europa.
  • Je kan in eigen woorden uitleggen wwat voor kenmerken het Fascisme heeft.
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk
Maken: §5 - Af
Leren: §5
Wanneer inleveren: Voor de volgende les
Waar inleveren: Tijd voor geschiedenis

  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 4 - Diapositive

Wie vochten er aan het einde van de Eerste Wereldoorlog niet?
A
Duitsland
B
Frankrijk
C
Amerika
D
Rusland

Slide 5 - Quiz

Wat is collectivisatie?
A
Gezamenlijk protesteren tegen de overheid
B
Vakbonden die opkomen voor de rechten van werknemers
C
Het in staat van paraatheid brengen van het leger
D
Samenvoegen van boerenbedrijven tot een groot bedrijf

Slide 6 - Quiz

Wat is een 5 jarenplan?
A
De regering gaat in 5 jaar een planeconomie starten.
B
In 5 jaar gaan ze het land opnieuw organiseren
C
De regering bepaald wat er in de komende 5 jaar wordt geproduceerd.
D
Ze gaan een 5 jaren planning maken om het land beter te maken

Slide 7 - Quiz

Wat betekent werkverschaffing
A
Het laten werken van de werklozen onder toezicht van een directeur
B
Het laten werken van de werklozen in kampen
C
Het laten werken van de werklozen voor de overheid in ruil voor steun
D
Het laten werken van de werklozen zonder toezicht

Slide 8 - Quiz

Wanneer was de Amerikaanse beurscrash?
A
september 1928
B
oktober 1929
C
november 1929
D
november 1933

Slide 9 - Quiz

Door welke gebeurtenis ontstaat er begin jaren 30 een economische crisis in Duitsland?
A
bezetting Ruhrgebied door Frankrijk
B
mislukte push van Hitler
C
beurscrash in New York
D
hyperinflatie

Slide 10 - Quiz

Wat is NIET waar over het Stalinisme?
A
Voor een grapje over Stalin werd je al zwaar gestraft
B
Iedereen wist dat Stalin achter de executies en verbanningen zat
C
Stalins oude kameraden uit de tijd van Lenin werden werden gedood
D
Kinderen werden aangemoedigd hun ouders te verraden

Slide 11 - Quiz

Wat was de oplossing voor de hyperinflatie?
A
Anschluss
B
Bijdrukken van geld
C
Collaboratie
D
Dawesplan

Slide 12 - Quiz

In welk jaar kwam er een einde aan de Eerste Wereldoorlog?
A
1918
B
1919
C
1945
D
2023

Slide 13 - Quiz

fascisme is ...
A
politieke beweging die gelooft in militarisme, nationalisme en antidemocratie
B
politieke beweging die gelooft in gelijkheid en militairisme
C
politieke beweging die geloofd in antisemitisme
D
politieke beweging die gelooft in gelijkheid en antidemocratie

Slide 14 - Quiz

Nationaal Socialisme
A
Naam voor de fascistische ideeen van Hitler en zijn aanhangers
B
Stroming binnen het socialisme dat gelijkheid belangrijk vindt.
C
Naam voor een gedachte dat Socialisme alleen werkt als het nationaal wordt uitgevoerd
D
Stroming binnen het nationalisme waarbij socialisme als vijand wordt gezien.

Slide 15 - Quiz

Wat was de naam van het verdrag dat een einde maakte aan de Eerste Wereldoorlog?
A
Verdrag van Versailles
B
Verdrag van Parijs
C
Verdrag van Trianon
D
Verdrag van Brest-Litovsk

Slide 16 - Quiz

Wat stond er NIET in het verdrag van Versailles?
A
Duitsland mag nog maar 1.000.000 soldaten hebben
B
Duitsland moet herstelbetalingen doen
C
Duitsland moet 20% van het land afstaan
D
Duitsland mocht geen oorlogsvloot meer hebben

Slide 17 - Quiz

De Republiek van Weimar
A
Is een parlementaire democratie geregeerd met alle vertrouwen van het volk
B
Is een absolute monarchie geregeerd door een groep extremistische partijen
C
Is een parlementaire democratie geregeerd met weinig vertrouwen van het volk
D
Is een absolute monarchie geregeerd met weinig vertrouwen van het volk

Slide 18 - Quiz

Wat is hyperinflatie
A
geld wordt heel snel meer waard
B
geld wordt heel snel minder waard
C
mensen willen graag oorlog voeren
D
het kabinet van Duitsland overlegt

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo

Fascisme in Europa
  • 'Oplossing voor de crisis'

  • Populair in de jaren ’20 en ’30 van de 20e eeuw

  • Antwoord op slecht beleid van de democratische regeringen

  • Niet alleen in Italië of Duitsland (NSDAP), ook in Engeland (BUF) en Nederland (NSB)

Slide 21 - Diapositive

Kenmerken van fascisme (1)
  • Fascisme is overal tegen: vooral dingen die vreemd zijn en andere culturen

  • Fascisme is anti-democratisch: het volk hoeft niet mee te praten

  • Er is één leider. Hij bepaalt wat goed is.

Slide 22 - Diapositive


Fascisme

Fascisme is een politieke stroming, 
ook  extreem-rechts genoemd

De naam komt van een bijl met takken (fasces) uit het Romeinse Rijk.

Slide 23 - Diapositive

Fascisme

Fascisme is een politieke stroming, 
ook extreem-rechts genoemd

De naam komt van een bijl met takken (fasces) uit het Romeinse Rijk.
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting
Begrip:
  • Fascisme

Slide 24 - Diapositive

Kenmerken van fascisme

  • Fascisme is nationalistisch: de eigen staat boven alles

  • Fascisme gaat uit van ongelijkheid tussen mensen: de hoogontwikkelden moeten de laagontwikkelden leiden.


Slide 25 - Diapositive


Benito Mussolini


Leider, of 'Il Duce',  van Italië (1922-1943)
richt  de Zwarthemden op (knokploeg)

Na de Eerste Wereldoorlog en de Vrede van Versailles was er veel onvrede, 
 de 'slechte' Italiaanse regering.

Slide 26 - Diapositive

Fascisme
Democratie is schuldig
  • Politiek is onnodig

Samenleving volgens het fascisme:
  • Één sterke leider
  • Geen gelijkheid
  • Nationalistisch
  • Geweldgebruik
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting
Begrip:
  • Fascisme
  • Nationalisme

Slide 27 - Diapositive

Opdracht(en)

Maken: §5 - t/m 8b


  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 28 - Diapositive

Huiswerk
Maken: §5 - t/m 8b
Leren: §5.1+2
Wanneer inleveren: Voor de volgende les
Waar inleveren: Tijd voor geschiedenis

  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 29 - Diapositive

Lesdoelen check!

Slide 30 - Diapositive

Mussolini wilde....
A
Vreedzaam met andere landen samenleven.
B
De hele wereld veroveren.
C
Een sterk rijk veroveren rond de Middellandse Zee, zoals de Romeinen hadden gehad.
D
Samen met Duitsland Europa veroveren.

Slide 31 - Quiz


Wat is GEEN kenmerk
van Fascisme?
A
Nationalisme
B
Een sterke leider
C
Gebruik van geweld
D
Racisme

Slide 32 - Quiz

Wat is fascisme?
A
een antidemocratische, totalitaire en nationalistische beweging
B
een antidemocratische beweging die streeft naar een maatschappij zonder privébezit
C
verheerlijking van alles wat met het leger te maken heeft
D
het gevechtsklaar maken van het leger voor de oorlog

Slide 33 - Quiz

Lesdoelen

  • Je kunt uitleggen hoe de grote economische crisis voedingsbodem is voor nieuwe fascistische- en nationaalsocialistische partijen in Europa.
  • Je kan in eigen woorden uitleggen wwat voor kenmerken het Fascisme heeft.
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 34 - Diapositive