2.1.2 Ontbossing in het Amazonegebied

Amazone
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Amazone

Slide 1 - Diapositive

In de amazone vindt ontbossing plaats. Hoeveel bos is er tot nu toe al gekapt?
A
3 x de oppervlakte van Nederland
B
25 x de oppervlakte van Nederland
C
10 x de oppervlakte van Nederland
D
100 x de oppervlakte van Nederland

Slide 2 - Quiz

Ontbossing in de Amazone
Ontbossing = het kappen van bomen



Slide 3 - Diapositive

Waarom is de Amazone zo belangrijk?
  • Klimaat
  • Inheemse bevolking (indianen)
  •  Biodiversiteit
  • Producten zoals chocola, bananen en grondstoffen voor medicijnen groeien in de Amazone 

Slide 4 - Diapositive

Winning van hulpbronnen
We gebruiken de spullen die in het gebied te vinden zijn:
  • Hout (tropische hardhout)
  • Rubber
  • Mijnbouw
    (o.a. goud, zilver en ijzererts)

Slide 5 - Diapositive

Ruimtegebruik
Bossen worden gekapt om ruimte te maken voor:
  • Grote veebedrijven
Veel koeien voor de uitvoer van vlees.

  • Landbouw
Soja wordt verbouwd om
 veevoer van te maken o.a. voor Nederlandse koeien, varkens en kippen.



Slide 6 - Diapositive

Wat doe jij dagelijks waardoor het regenwoud gekapt wordt?

Slide 7 - Carte mentale

Wat kan er aan gedaan worden?
Duurzaam omgaan met het bos.
Duurzaam = ervoor zorgen dat iets altijd blijft bestaan.

Herbebossing= aanplanten van nieuwe bomen. 

Slide 8 - Diapositive

Politieke afspraken

"Meer dan honderd wereldleiders hebben op de klimaattop van Glasgow toegezegd om voor 2030 een einde te maken aan ontbossing. Ook willen ze bossen beschermen en weer herstellen."

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Wat kan jij zelf doen om te zorgen dat er minder bos wordt gekapt?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de grootste boosdoener voor het kappen van het regenwoud?
A
Mensen die vlees eten
B
Mensen die veel houten meubels in huis hebben
C
Mensen die veel kleren kopen
D
Mensen die veel vliegen en autorijden

Slide 12 - Quiz