5) Rekenen KERST2024

 Kersrekenen 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

 Kersrekenen 

Slide 1 - Diapositive

Onder de kerstboom liggen 12 pakjes
voor de kinderen
Familie Rishi heeft 3 zonen.
Hoeveel pakjes krijgt elk zoon?
A
4
B
8
C
2
D
6

Slide 2 - Quiz

De kerstman heeft 15 rendieren.
Hij maakt 3 rijen.
Hoeveel rendieren staan er in elke rij?
A
5
B
10
C
7
D
18

Slide 3 - Quiz

In de kerstboom hangen 28 kerstballen.
Jimmy hangt er nog 9 kerstballen bij.
Hoeveel ballen hangen er nu in de boom?
A
9 ballen
B
26 ballen
C
19 ballen
D
37 ballen

Slide 4 - Quiz


In de klas zitten 32 studenten.
De docent schrijft aan elke student een kerstkaart.
Er zijn al 12 kaartjes klaar.
Hoeveel kaarten moeten er nog geschreven worden?
A
44 kaarten
B
20 kaarten
C
22 kaarten
D
10 kaarten

Slide 5 - Quiz

Stel: Vandaag is het zaterdag.
Het is overmorgen 2e kerstdag.
Op welke dag is dat dan?
A
donderdag
B
dinsdag
C
maandag
D
woensdag

Slide 6 - Quiz

Noa en Mo spelen samen in de sneeuw.
Ze hebben 5 stapels van 8 sneeuwballen gemaakt. Hoeveel sneeuwballen hebben ze samen?
A
45 sneeuwballen
B
13 sneeuwballen
C
3 sneeuwballen
D
40 sneeuwballen

Slide 7 - Quiz


Farshad en Geovanny spelen met de slee.
Ze glijden allebei 9 keer van de berg af.
Hoeveel is dat in totaal?
A
9 keer
B
11 keer
C
18 keer
D
21 keer

Slide 8 - Quiz

Stel: Vandaag is het dinsdag 3 januari. Eergisteren is het nieuwe jaar begonnen. Op welke dag was dat dan?
A
maandag
B
zaterdag
C
zondag
D
donderdag

Slide 9 - Quiz

De kerstman kijkt een film die 90 minuten duurt. Hij begint om 19:45 uur met kijken. Hoe laat is hij klaar?
A
21:45 uur
B
21:15 uur
C
20:45 uur
D
22:15 uur

Slide 10 - Quiz

Een kerstboom kost normaal € 24,99
Het is 24 december en ze zijn nu in uitverkoop.
De prijs wordt afgerond op hele tien-tallen.
Wat kost de kerstboom nu?

A
€ 24
B
€ 25
C
€ 20
D
€ 30

Slide 11 - Quiz

De kerstman koopt een slee die kost 5200 euro. Hij krijgt 300 euro korting. Hoeveel moet hij betalen?
A
4700 euro
B
4200 euro
C
5000 euro
D
4900 euro

Slide 12 - Quiz

De kerstman heeft 24 rendieren.
75 % van deze rendieren zijn wit.
Hoeveel rendieren zijn dan wit?
A
8
B
18
C
12
D
20

Slide 13 - Quiz

Mia koopt een kerstjurk.
De kerstjurk kost 70 euro. Ze krijgt 10% korting. Hoeveel euro korting krijgt ze?
A
63 euro
B
10 euro
C
7 euro
D
17 euro

Slide 14 - Quiz

De Kerstman leest in zijn boek.
Hij heeft reeds 502 bladzijdes gelezen.
Hij moet er nog 45 lezen.
Hoeveel bladzijdes heeft het boek?
A
547 bladzijdes
B
477 bladzijdes
C
574 bladzijdes
D
475 bladzijdes

Slide 15 - Quiz

Je gaat vloerbedekking halen voor je slaapkamer.
De kamer is 5 meter lang en 5 meter breed
Hoeveel vierkante meter
vloerbedekking heb je dan nodig?
A
10
B
20
C
25
D
30

Slide 16 - Quiz

Je had een doos met daarin 142 kerstchocolaatjes
meegenomen naar de klas.
Eind van de les zit er nog de helft in de verpakking,
Hoeveel chocolaatjes zijn dat nog?
A
84
B
71
C
68
D
57

Slide 17 - Quiz

In de kerstvakantie boek je een hotel.
Per nacht betaal je € 99,-.
Je logeert er 5 nachten.
Hoeveel moet je er betalen?
A
456
B
595
C
466
D
495

Slide 18 - Quiz

Fijne feestdagen!

Tot in 2024!



Slide 19 - Diapositive

Je hebt voor bij het kerstdiner een taart gemaakt. Uit de taart kunnen 12 stukken. 75% van de taart is op. Hoeveel stukjes zijn er nog over?
A
9
B
3
C
8
D
4

Slide 20 - Quiz