220127 M3 PP+signaalwoorden

Welkom!
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom!

Slide 1 - Diapositive

Today´s lesson
- Continue with the present perfect; signaalwoorden.
- (home)work

Slide 2 - Diapositive

Hoe maak je de 'present perfect'?
(3 onderdelen)

Slide 3 - Question ouverte

Present perfect
onderwerp + vorm van 'to have' + voltooid deelwoord.

I/you/we/they       have      ww/ed of onrg ww
                           He/she/it            has        ww/ed of onrg ww                                          

Slide 4 - Diapositive

Signaalwoorden
Present perfect

  • Just:          I have just finished my homework.
  • Already:   He has already seen that movie.
  • (not) yet:  We haven't heard from them yet.
  • Never:      I have never seen a James Bond movie.
  • Ever           Have you ever eaten Thai food?

Slide 5 - Diapositive

Just
- Om aan te geven dat iets net gebeurd is.
- 'just' komt tussen de vorm van 'to have' en het werkwoord.

They have just finished their project.
The movie has just ended.

Slide 6 - Diapositive

Already
- Om aan te geven dat iets al gebeurd is.
- 'already' komt tussen de vorm van 'to have' en het werkwoord.

He has already cooked dinner.
They have already been to that show.

Slide 7 - Diapositive

(not) yet
- Om aan te geven dat iets nog niet gebeurd is.
- (not) wordt toegevoegd aan de vorm van 'to have'
        hasn't                haven't
- 'yet' komt aan het einde van zin.

I haven't found my phone yet.
It hasn't rained yet.

Slide 8 - Diapositive

Ever/never
- Om over gebeurtenissen/ervaring te praten tot aan het heden.
- Ever wordt gebruikt in vragen. (ever komt tussen het onderwerp en het werkwoord).
- Never in alle andere zinnen. (never komt tussen de vorm van 'have' en het werkwoord).

Have you ever been to Paris?
She has never been to Paris.

Slide 9 - Diapositive

Make a sentence with the present perfect and 'just' about the picture. Use the these words:

Slide 10 - Diapositive

He - just - win - the race

Slide 11 - Question ouverte

Just
- Om aan te geven dat iets net gebeurd is.
- 'just' komt tussen de vorm van 'to have' en het werkwoord.

He has just won the race.

Slide 12 - Diapositive

Make a sentence with the present perfect and
'(not) yet' about the picture. Use the these words:

Slide 13 - Diapositive

They - finish - the race - not yet

Slide 14 - Question ouverte

(not) yet
- Om aan te geven dat iets nog niet gebeurd is.
- (not) wordt toegevoegd aan de vorm van 'to have'
        hasn't                haven't
- 'yet' komt aan het einde van zin.

They haven't finished the race yet.

Slide 15 - Diapositive

Make a sentence with the present perfect and already about the picture. Use the these words:

Slide 16 - Diapositive

He - already - cook - one hamburger

Slide 17 - Question ouverte

Already
- Om aan te geven dat iets al gebeurd is.
- 'already' komt tussen de vorm van 'to have' en het werkwoord.

He has already cooked one hamburger.

Slide 18 - Diapositive

Go to MyEnglishLab
Finish the assignments. 
This is your homework for Monday

Slide 19 - Diapositive

That's it for today
Homework:
Finish the exercises on MyEnglishLab!

Slide 20 - Diapositive