Romulus en Remus oefenen de nominatief en de accusatief

Kennismakingsles Latijn

Gemeentelijk Gymnasium Hilversum

2021
Romulus en Remus oefenen de nominatief en de accusatief! 
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Kennismakingsles Latijn

Gemeentelijk Gymnasium Hilversum

2021
Romulus en Remus oefenen de nominatief en de accusatief! 

Slide 1 - Diapositive

HERHALING

Slide 2 - Diapositive

Latijn heeft 6 naamvallen
Nominatief
Accusatief
Genitief
Datief
Ablatief
Vocatief

Slide 3 - Diapositive

Wat is een naamval?

Slide 4 - Question ouverte

Functies van de nominatief
1.  onderwerp = subject
     Servus donum accipit.   De slaaf ontvangt een geschenk.

2.  naamwoordelijk deel van het gezegde
      bij koppelwerkwoorden zijn = ESSE, worden, schijnen, lijken, 
      blijken, blijven, heten
      Iuppiter deus est.     Iuppiter is een god.

Slide 5 - Diapositive

Functies van de accusatief
1.  lijdend voorwerp = object
     Servus donum accipit.     De slaaf ontvangt een geschenk.

2.  na bepaalde voorzetsels
     Servus per silvam errat.   De slaaf dwaalt door het bos.

Slide 6 - Diapositive

De zelfstandige naamwoorden worden onderverdeeld in ... klassen.
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 7 - Quiz

De zelfstandige naamwoorden worden verder onderverdeeld in ... verbuigingsgroepen.
A
5
B
4
C
3
D
2

Slide 8 - Quiz

Woorden zoals mensa zijn...
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 9 - Quiz

Woorden zoals donum zijn...
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 10 - Quiz

Woorden zoals servus zijn...
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 11 - Quiz

Kennismakingsles Latijn

Gemeentelijk Gymnasium Hilversum

2021
Romulus en Remus leren de nominatief en de accusatief! 

Slide 12 - Diapositive

Kennismakingsles Latijn

Gemeentelijk Gymnasium Hilversum

2021
Hoe was het verhaal ook weer?  Zet in de juiste volgorde!

Slide 13 - Diapositive

1
2
3
4
5
6

Slide 14 - Question de remorquage

Ilia est puella. Amulius est rex.
Amulius timet puellam.








puella 
est
rex
timet








meisje
(hij) is
koning
(hij) is bang voor








Ilia = Rhea Silvia

Slide 15 - Diapositive

Amulius timet puellam.
Welke naamval heeft puellam?

Slide 16 - Question ouverte



puellam Amulius timet = ?
Amulius timet puellam = 
Amulius is bang voor het meisje
A
het meisje is bang voor Amulius
B
Amulius is bang voor het meisje
C
het meisje en Amulius zijn bang
D
hij is bang voor het meisje en Amulius

Slide 17 - Quiz

Puella Amulium timet = ?
A
het meisje is bang voor Amulius
B
Amulius is bang voor het meisje
C
het meisje en Amulius zijn bang
D
hij is bang voor het meisje en Amulius

Slide 18 - Quiz

Amulius = onderwerp
Amulium = lijdend voorwerp
puella = onderwerp
puellam = lijdend voorwerp
Amulius timet puellam =
puellam timet Amulius = 
Amulius is bang voor het meisje

Slide 19 - Diapositive

De woordvolgorde in het Latijn is vrij, want we zien aan de naamval de functie van een naamwoord in de zin.

Slide 20 - Diapositive

Puella non timet.
Puellam Amulius in templum includit.
Cur Amulius timet puellam?
Cur puellam in templum includit Amulius?







puella 
est
rex
timet
includit
cur?








meisje
(hij) is
koning
(hij) is bang voor
(hij) sluit op
waarom?








Slide 21 - Diapositive

Ilia is de dochter van de vorige, verdreven koning. Waarom moet Ilia van Amulius in de tempel werken?
A
Amulius wil zo de goden te vriend houden
B
Ilia mag als priesteres geen kinderen krijgen
C
Ilia heeft dan geen tijd om haar vader te helpen
D
haar vader kan haar daar niet helpen

Slide 22 - Quiz

Deus videt Iliam
Quis est deus?

 







deus
quis?









god
wie?








Slide 23 - Diapositive


Quis est deus?
A
Jupiter
B
Neptunus
C
Mars
D
Mercurius

Slide 24 - Quiz


Deus videt puellam.
Welke vorm is Deus?
A
Nominatief enkelvoud
B
Nominatief meervoud
C
Accusatief enkelvoud
D
Accusatief meervoud

Slide 25 - Quiz

Iliam amat deus. 
Ilia amat deum.








amat









(hij) houdt van








Slide 26 - Diapositive

Vertaal:
Iliam amat deus.

Slide 27 - Question ouverte

Vertaal:
Ilia deum amat.

Slide 28 - Question ouverte


Filius natus est: Romulus.
Alter filius natus est: Remus.
Duo filii nati sunt: filii sunt gemini. 








natus
duo
filius
sunt
gemini








geboren
twee
zoon
(zij) zijn
tweeling







Slide 29 - Diapositive

Duo filii nati sunt: filii sunt gemini.
Welke vorm is filii?
A
Nominatief enkelvoud
B
Nominatief meervoud
C
Accusatief enkelvoud
D
Accusatief meervoud

Slide 30 - Quiz

Duo filii nati sunt: filii sunt gemini.
Welke functie heeft filii (twee keer hetzelfde)?
A
onderwerp
B
naamwoordelijk deel
C
lijdend voorwerp
D
acc. na voorzetsel

Slide 31 - Quiz

Duo filii nati sunt: filii sunt gemini.
Welke functie heeft gemini?
A
onderwerp
B
naamwoordelijk deel
C
lijdend voorwerp
D
acc. na voorzetsel

Slide 32 - Quiz



Gemini lacrimant. 
Amulius geminos audit et timet. 








lacrimant
audit







(zij) huilen
hij hoort






Slide 33 - Diapositive

Welke naamval heeft geminos en wat is zijn functie?

Slide 34 - Question ouverte

Amulius geminos in fluvium ponit! 
Deus geminos protegit: lupam mittit. 









fluvius
ponit
protegit
lupa
mittit








rivier
(hij) plaatst
(hij) beschermt
wolvin
(hij) stuurt








Slide 35 - Diapositive

Amulius geminos in fluvium ponit! Welke vorm heeft fluvium?
A
nominatief enkelvoud onzijdig
B
nominatief enkelvoud mannelijk
C
accusatief enkelvoud onzijdig
D
accusatief enkelvoud mannelijk

Slide 36 - Quiz

Amulius geminos in fluvium ponit! Waarom staat fluvium in de accusatief?
A
onderwerp
B
naamwoordelijk deel
C
lijdend voorwerp
D
aanvulling na een voorzetsel

Slide 37 - Quiz

Amulius geminos in fluvium ponit! 
Deus geminos protegit: lupam mittit. 









fluvius
ponit
protegit
lupa
mittit








rivier
(hij) plaatst
(hij) beschermt
wolvin
(hij) stuurt








Slide 38 - Diapositive

Deus geminos protegit: lupam mittit.
Welke vorm is deus?
A
nominatief enkelvoud mannelijk
B
nominatief meervoud mannelijk
C
accusatief enkelvoud mannelijk
D
accusatief meervoud mannelijk

Slide 39 - Quiz

Deus geminos protegit: lupam mittit.
Welke vorm is lupam?
A
accusatief enkelvoud vrouwelijk
B
accusatief meervoud mannelijk
C
accusatief enkelvoud mannelijk
D
accusatief meervoud vrouwelijk

Slide 40 - Quiz

Deus geminos protegit: lupam mittit.
Welke functie heeft lupam?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
accusatief na voorzetsel
D
naamwoordelijk deel

Slide 41 - Quiz

Vertaal:
Deus geminos protegit: lupam mittit.

Slide 42 - Question ouverte

Lupa Romulum et Remum nutrit. 
Faustulus filios invenit et servat.









lupa
nutrit
invenit
servat








wolvin
(hij) voedt
(hij) vindt
(hij) redt







Slide 43 - Diapositive

Faustulus filios invenit.
Welke vorm is filios?
A
nominatief enkelvoud mannelijk
B
nominatief meervoud mannelijk
C
accusatief enkelvoud mannelijk
D
accusatief meervoud mannelijk

Slide 44 - Quiz

To be continued...

Slide 45 - Diapositive

Palatijn
Aventijn
Romulus

Slide 46 - Diapositive

Colosseum
Roma

Slide 47 - Diapositive