Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
5.5, 5.7, 5.8 & 5.9 - HV1
Welkom
Herhalen 5.5, 5.7, 5.8 & 5.9
1 / 48
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
48 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welkom
Herhalen 5.5, 5.7, 5.8 & 5.9
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
Na deze les heb je geoefend met de paragraven 5.5, 5.7, 5.8 & 5.9 en weet je waar je nog mee moet oefenen.
Slide 2 - Diapositive
dicteewoorden
Slide 3 - Diapositive
woord 1
Slide 4 - Question ouverte
woord 2
Slide 5 - Question ouverte
woord 3
Slide 6 - Question ouverte
woord 4
Slide 7 - Question ouverte
woord 5
Slide 8 - Question ouverte
woord 6
Slide 9 - Question ouverte
woordjes
Welk woord hoort bij de betekenis?
Slide 10 - Diapositive
heel duidelijk, direct
A
absoluut
B
expliciet
C
aldus
D
stellen
Slide 11 - Quiz
beslist, met nadruk, zonder twijfel
A
absoluut
B
aldus
C
immens
D
overmatig
Slide 12 - Quiz
van kort geleden
A
obsessief
B
buitensporig
C
vertonen
D
recent
Slide 13 - Quiz
met woorden zeggen, formuleren
A
stellen
B
de publicatie
C
ontegenzegelijk
D
aldus
Slide 14 - Quiz
Welke betekenis hoort bij het woord?
Slide 15 - Diapositive
buitensporig
A
heel duidelijk, direct
B
toekomstige
C
overdreven, te
D
als iets teveel wordt gedaan
Slide 16 - Quiz
het stadium
A
verhouding tussen mensen
B
periode in de ontwikkeling, fase
C
dwangmatig, abnormaal, veel aandacht opeisend
D
op een vroeg moment
Slide 17 - Quiz
stellen
A
kleine opmerking, commentaar
B
enorm, reusachtig
C
toekomstige
D
met woorden zeggen, formuleren
Slide 18 - Quiz
vergrotende trap
overtreffende trap
stellende trap
zaken zijn gelijk of gelijkwaardig.
Zaken zijn niet gelijk of gelijkwaardig.
De ene zaak overtreft de andere.
Slide 19 - Question de remorquage
tegenwoordig deelwoord
Vervoeg het woord tussen de haakjes op de juiste manier.
Slide 20 - Diapositive
........ gaan zij naar school. (lopen)
Slide 21 - Question ouverte
......... kwam mevrouw Jansen binnen. (schreeuwen)
Slide 22 - Question ouverte
De leerling maakt ......... de toets, (fluiten)
Slide 23 - Question ouverte
......... stopt de moeder de jas in de wasmachine. (mopperen)
Slide 24 - Question ouverte
bijvoeglijk naamwoorden
Wat hoort er op de stippellijntjes te staan?
Slide 25 - Diapositive
Een trap van hout.
Een ........ trap.
Slide 26 - Question ouverte
Een leuk huis.
Het ....... huis.
Slide 27 - Question ouverte
Een vreemd voorbeeld.
Het ............ voorbeeld
Slide 28 - Question ouverte
Een bol van glas.
De ....... bol.
Slide 29 - Question ouverte
Woordsoorten
Welk woordsoort is onderstreept in de zin?
Slide 30 - Diapositive
Haar vader heeft
hun
fietsen in de schuur gezet.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
vragend voornaamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord
Slide 31 - Quiz
Die rode fiets met bloemetjes is van
mij
.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
vragend voornaamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord
Slide 32 - Quiz
Die
opmerkingen vond ik niet gepast.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
vragend voornaamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord
Slide 33 - Quiz
Je kunt
deze
wel van me lenen.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
vragend voornaamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord
Slide 34 - Quiz
Mijn lievelingskleur is roze,
wat
is jouw lievelingskleur?
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
vragend voornaamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord
Slide 35 - Quiz
zinsdelen
Welk zinsdeel is onderstreept in de zin?
Slide 36 - Diapositive
De oude man liep
over de brug
met zijn dochter.
A
lijdend voorwerp
B
meewerkend voorwerp
C
bijwoordelijke bepaling
D
onderwerp
Slide 37 - Quiz
Johan gaf
zijn vriendin
een nieuw horloge.
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 38 - Quiz
Over twee jaar
ben ik eindelijk klaar met studeren.
A
lijdend voorwerp
B
meewerkend voorwerp
C
bijwoordelijke bepaling
D
naamwoordelijk gezegde
Slide 39 - Quiz
Pieter heeft
dit liedje
op twaalf jarige leeftijd geschreven.
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 40 - Quiz
Die opdracht was
Wim
niet duidelijk.
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
bijwoordelijke bepaling
D
lijdend voorwerp
Slide 41 - Quiz
Tijdens de wedstrijd
brak Tim zijn been.
Slide 42 - Question ouverte
Ik geef
mijn favoriete docent
altijd chocolade aan het eind van het jaar.
Slide 43 - Question ouverte
Hij leest veel sneller ....... ik.
A
dan
B
als
Slide 44 - Quiz
Hij is net zo groot..... zijn vader
A
dan
B
als
Slide 45 - Quiz
Deze film is niet zo leuk.....ik gedacht had
A
dan
B
als
Slide 46 - Quiz
Hij weet dat beter.........ik.
A
dan
B
als
Slide 47 - Quiz
Ik denk dat jan daar meer van weet .......Harry.
A
dan
B
als
Slide 48 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
MH1 - 5.5, 5.7 & 5.8
Mai 2021
- Leçon avec
42 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
5.8 Spelling les 5 1KGT
Juin 2024
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
H5 afsluitende les (les 1 ma)
Juin 2023
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
H5.9 spelling TD, BN en als/dan
Juin 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
§5.9 - Spelling hv1
Mai 2021
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Herhalingsles 1k di
Juin 2024
- Leçon avec
48 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Leerdoelen domein 5 (1F)
Septembre 2021
- Leçon avec
10 diapositives
Digitale Vaardigheden VE
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
AOR4 29.05.2024
Mai 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Anders
MBO
Studiejaar 1