Th1E 09-11 - ww gez

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom!

Telefoons in de telefoontas! Let op: ga zitten volgens de plattegrond!

Agenda

5 min – Inloop

5 min – Geheugen opfrissen

10 min - Aan de slag + controle huiswerk

10 min - Instructie lijdend voorwerp

5 min – samenwerken 

10 min - zelfstandig werken

5 min - afronding

Agenda Tweede uur

5 min – inloop

10 min – even wat anders

5 min - Instructiemoment voor wie dat nodig heeft

15 min – zelfstandig werken (focus! Weektaak!)

10 min – jeugdjournaal

5 min - reflectie

Geheugen opfrissen

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Hoe vind je het onderwerp in een zin?

Wat zijn scheidbare werkwoorden? 

Wat is het werkwoordelijk gezegde? 

Aan de slag

Weektaak was:

§2: Maak opdracht 1 t/m 4 (3.3 mag je overslaan) - blz. 202 + 203)

§4: Maak opdracht 1 t/m 4 - blz. 206 + 207)

Ga verder met:

§6: Maak opdracht 1 t/m 4 (blz. 210 + 211)

Ik loop bij iedereen langs en controleer het huiswerk. 

Zachtjes (!) overleggen met elkaar mag!

Introductie Lijdend voorwerp

Wat is ook alweer het lijdend voorwerp? 

En hoe vinden we die in een zin? 

Introductie Lijdend voorwerp

Stappenplan: 

1.  Doe eerst de zinsdeelproef. 

2. Zoek de persoonsvorm, het onderwerp en het werkwoordelijk gezegde. 

Met zijn hamer | heeft | de timmerman | de spijker | in de plank | geslagen. 

3. Stel dan de vraag: wie of wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp.

Wie of wat heeft de timmerman geslagen?  

Antwoord: ______?

PV

OW

WG

Introductie Lijdend voorwerp

Weet jij wat het lijdend voorwerp is in onderstaande zin?

 

• Uit verveling gooide de kat een vaas op de grond

Denk hier even kort over na. Ik kies zo een paar mensen uit om de zin mee te ontleden. 

Introductie Lijdend voorwerp

 

• Uit verveling | gooide | de kat  | een vaas | op de grond

In deze zin is De kat degene die iets doet (het onderwerp) en een vaas is datgene/diegene die iets ondergaat over iets overkomt (lijdend voorwerp).

PV +

WG

OW

LV

Samenwerken

Open het werkboek op pagina 214 (§8: Lijdend voorwerp)

• Jullie maken, in tweetallen, de opdracht. 
• Van zin a tot en met f schrijf je het onderwerp op én het lijdend voorwerp.
• Na 5 minuten behandelen we klassikaal de opdracht.  

!!! De persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde zijn al dikgedrukt!

!!! In de tabel onder de opdracht zie je staan welke vragen je stelt voor het onderwerp en het lijdend voorwerp. !!!

Zelfstandig werken

§6: Maak opdracht 1 t/m 4 (blz. 210 + 211)

§8: Maak opdracht 1 t/m 4 (blz. 214 + 215)

Agenda Tweede uur

5 min - inloop

15 min - Samenwerken (+ Instructiemoment)

20 min - Kahoot

5 min - reflectie

samenwerken

Ga verder met de weektaak.

§6: Maak opdracht 1 t/m 4 (blz. 210 + 211)

§8: Maak opdracht 1 t/m 4 (blz. 214 + 215)

Klaar?

Maak opdracht 5 in tweetallen!

Kijk achterin je werkboek (blz 250) voor puzzels!

Werkgroepen

Heb je een instructie/les gemist, heb je vragen of wil je nog wat extra uitleg? 

Kom dan zitten bij de rij voor mijn bureau! 

Kahoot

Log in op de kahoot en leg jouw telefoon plat op tafel

Bespreken opdracht

We bespreken de gemaakte opdracht.