H5 paragraaf 4: Grammatica: Samengestelde zinnen

WELKOM
3 Kader
Welkom

bij Nederlands
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

WELKOM
3 Kader
Welkom

bij Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samengestelde zinnen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
  • Wat weten jullie al?
  • Uitleg samengestelde zinnen
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Ik kan samengestelde zinnen herkennen.
  • Ik kan voegwoorden herkennen.
blz 208 en 209 in je boek

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samengestelde zinnen
Wat is het verschil tussen 1 en 2?

  1. Wortelnotentaart vind ik de lekkerste taart. Chocoladetaart is totaal geen favoriet van mij.
  2. Wortelnotentaart vind ik de lekkerste taart en chocoladetaart is totaal geen favoriet van mij. 


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SAMENGESTELDE ZINNEN

Met een voegwoord, zoals en, maar, omdat  of want, kun je van twee korte zinnen een samengestelde zin maken:


VOORBEELD:

Kim leest een boek.      Rick leest een stripverhaal.


Kim leest een boek, maar Rick leest een stripverhaal.



Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SAMENGESTELDE ZINNEN

Wanneer je van twee korte zinnen één lang zin maakt,

dan noem je die zin een samengestelde zin.


VOORBEELD:

Ik loop naar de bakker.       Ik koop een brood.


Ik loop naar de bakker en ik koop een brood.



Het woordje 'en' verbind hier de twee zinnen aan elkaar.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samengestelde zinnen
Samengestelde zinnen zijn twee zinnen die aan elkaar worden gevoegd --> één zin.

Lijm: voegwoord (en, maar, waarom, dus, terwijl, etc......)

Voor het voegwoord staat altijd een komma, behalve bij het voegwoord 'en'.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak van de twee zinnen één lange zin door ze te verbinden met het verbindingswoord 'en'.
- Kevin heeft een boek geleend.
- Hij leest daar dagelijks in.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak van twee zinnen één lange zin met het voegwoord 'want':
- De leerlingen zijn te laat op school.
- De brug stond open.

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak van twee zinnen één lange zin met het voegwoord 'dus':
- Ik trek een dikke jas aan.
- Ik krijg het niet koud.

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

SAMENGESTELDE ZINNEN

In iedere zin staat een persoonsvorm. 

Zinnen met twee persoonsvormen noem je

samengestelde zinnen. 


Bij elke persoonsvorm hoort een onderwerp.

In samengestelde zinnen staan dus ook twee onderwerpen.



Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel persoonsvormen staan er in de zin:

Kevin heeft een boek geleend en hij leest daar dagelijks in.
A
Geen
B
1
C
2
D
3

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de twee persoonsvormen?
Ik ben lid van een boekenclub en ik lees elke dag.

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een samengestelde zin heeft minimaal twee persoonsvormen.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

SAMENGESTELDE ZINNEN

Soms verandert de volgorde van de woorden in het tweede deel van de zin:


VOORBEELD:

Gerlof zit op basketbal.       Hij houdt van sporten.


Gerlof zit op basketbal, omdat hij van sporten houdt.



Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SAMENGESTELDE ZINNEN

In een samengestelde zin kunnen naast de persoonsvormen nog meer werkwoorden staan.


VOORBEELD:

De fietser wil graag doorrijden, maar de weg is geblokkeerd.

                                                   



pv
pv
geen pv
geen pv

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zinsdelen: stappenplan
maken:

opdracht 1 t/m 4
alle opdrachten maak je in je schrift.
Opdracht
timer
15:00

Slide 18 - Diapositive

Video in de lesstof samen kijken.
Stap 4: de zinsdeelproef
Dus... hoe zit het ook alweer?
Wat is een samengestelde zin?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samengestelde zinnen
Zinnen met twee of meer persoonsvormen noem je samengestelde zinnen.
 Samengestelde zinnen zijn enkelvoudige zinnen die samengevoegd zijn m.b.v. een voegwoord.

Hij is gevallen en hij moet naar het ziekenhuis.



Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

samengestelde zinnen herkennen

Ik kan dit goed.
Ik kan dit redelijk.
Ik vind dit lastig.
Ik heb hier hulp bij nodig.

Slide 21 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

voegwoorden herkennen

Ik kan dit goed.
Ik kan dit redelijk.
Ik vind dit lastig.
Ik heb hier hulp bij nodig.

Slide 22 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

samengestelde zinnen maken
Ik kan dit goed.
Ik kan dit redelijk.
Ik vind dit lastig.
Ik heb hier hulp bij nodig.

Slide 23 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

meerdere pv's uit de zin halen

Ik kan dit goed.
Ik kan dit redelijk.
Ik vind dit lastig.
Ik heb hier hulp bij nodig.

Slide 24 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions