HS8 oefentoets

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Oefentoets bespreken

Opdracht 1a)
Welke regelmaat zie je in de tabel?

1. Geen regelmaat
2. Per uur komt er €1 bij
3. Per uur komt er €2,25 bij
4. Per uur komt er €3,5 bij

Opdracht 1b)

Sleep de juiste waarde naar de juiste plek in de tabel

10,25

12,50

14,75

Opdracht 2a)
Welke regelmaat zie je in de tabel?

1. Geen regelmaat
2. Per uur komt er €2 bij
3. Per uur komt er €2,5 bij
4. Per uur komt er €3 bij

Opdracht 2b)
Welke regelmaat zie je in de tabel?

1. Geen regelmaat
2. Per uur komt er €2,5 bij
3. Per uur komt er €3 bij
4. Per uur komt er €4 bij

Opdracht 2c)
Wie krijgt geen vast bedrag?

1. Luke
2. Danny
3. Mika

Opdracht 2d)
Wie krijgt het hoogste bedrag per uur?

1. Luke
2. Danny
3. Mika

Opdracht 3a)
Welk getal komt onder de 0 te staan in de tabel?

1. 0
2. 20
3. 25
4. 50

Opdracht 3a)
Welk getallen komen daarna in de tabel?

Opdracht 3b)

Opdracht 4a)
Yoni werkt in een supermarkt. Bij haar inkomsten hoort de woordformule inkomsten (€) = 4,50 + 2,80 x tijd (uren)
Leg uit wat de woordformule betekent

Opdracht 4b)
Yoni werkt in een supermarkt. Bij haar inkomsten hoort de woordformule inkomsten (€) = 4,50 + 2,80 x tijd (uren)
Hoeveel verdient Yoni als zij 5 uur werkt?

1. 4,50
2. 7,30
3. 18,50
4. 36,50

Opdracht 5a)
Bij het telefoonabonnement van Anass hoort de woordformule bedrag (€) = 7 + 0,10 x tijd (minuten)
Hoeveel betaalt Anass voor het gebruik van mobiele data?

1. 7
2. 0,10

Opdracht 5b)
Bij het telefoonabonnement van Anass hoort de woordformule bedrag (€) = 7 + 0,10 x tijd (minuten)
Hoeveel betaalt Anass per minuut bellen?

1. 7
2. 0,10

Opdracht 5b)
Bij het telefoonabonnement van Anass hoort de woordformule bedrag (€) = 7 + 0,10 x tijd (minuten)
Anass belt 140 minuten in een maand. Hoeveel moet hij betalen?

1. 7
2. 21
3. 210
4. 284

Opdracht 6a) sleep de juiste waarden naar de formule

50

20

25

5

45

75

15

Opdracht 6b)
bedrag (€) = 75 + 15 x tijd (dagen)

Hoeveel moet Gerard betalen voor 5 dagen?

1. 75
2. 90
3. 100
4. 150