V4 - les 4 - lugar de la fiesta ser, estar y hay

• Spaans
• Middelbare school
• WO
• vwo
• Leerjaar 4
• Studiejaar 3

Clase de español V4 

Objetivo

Describir el lugar de la fiesta

Saber cuándo y cómo usar SER, ESTAR y HAY

Hoy en clase

La clase anterior

ser, estar o hay

La presentación

La evaluación

La preparación para el lunes

Hoe iemand of iets is 

Waar iemand of iets is

Er is/ er zijn

HAY

ESTAR

SER

un, una, unos, unas

muchos, muchas, pocos, pocas

Tijd en datum

Mentale gesteldheid

Karakter

Tijdelijke fysieke toestand

San Fermin . . . una fiesta que se celebra en Pamplona.

1. es
2. está

Pamplona . . . en el norte de España.

1. es
2. está

San Fermin . . . . muy popular en España.

1. es
2. está
3. hay

Durante la fiesta también . . . . muchos turistas extranjeros en Pamplona.

1. están
2. son
3. hay

El lugar de la fiesta

estar:  dónde está -> waar en ten opzichte waarvan het ligt

ser: cómo es -> groot, klein, mooi, lelijk

hay: qué hay -> wat is er allemaal

Slide 2: ¿Dónde se celebra la fiesta?

Waar wordt het feest gevierd?

Waar ligt dit? 

Leg uit op de kaart en vertel hoe het ligt ten opzichte van andere plekken.

Welke bezienswaardigheid is er

Met wie waren jullie daar?

in het noorden = 

en el norte

ten noorden van = 

al norte de

Buscar información sobre la ropa

Maak een nieuwe pagina aan in classnotebook met als titel: kleding.

Beantwoord deze vragen in het Nederlands en zet de bron erbij.

1. Welke kleding dragen de Spanjaarden tijdens het feest?

2. Van welke kleur en materiaal is die kleding?

3. Is het een typische klederdracht?

4. Dragen kinderen iets anders?

La preparación para:

Miércoles: 

Maken teksten 6 y 7  pag. 44 en 45 van je reader (ook markeren in tekst)

Leren vocabulaire spa-ned pagina 13 en 14 (el tiempo)