les 17: Keuzes

• Burgerschap
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Urenregistratie en stageverslag

Zorg ervoor dat je je verslagen ook laat ondertekenen!!!

Terugblik

Wat hebben we de vorige les geleerd?

Wat heb je daar afgelopen week van onthouden en toegepast?

Arbeidsvaardigheden

Doel van de les:

Keuzes maken

Leerdoelen van de les:

- Ik weet wat ik belangrijk vind bij het maken van een keuze

- Ik kan de voor en nadelen van een keuze benoemen

- Ik kan de gevolgen van mijn keuze benoemen

Waar denk je aan bij kiezen?

Noem een keuze die
je vandaag gemaakt hebt.

Welke deur kies jij?

1 week 24 uur op school

1 week gevangenis

1 week dakloos

Welke deur kies jij?

     
     

       
         
         
            
         
         
       

        12
       

       

       
         
           
              Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
           
         
       

       
       
         
           
              Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
           
         
       

       
         
           
              Differentiëer
           
         
         

           
             
                Differentiëer
             
             
             

             
                Instellingen
             
           
         
       

       
   
     
 
   
   
   
 

  Als je ergens werkt, moet je op je uiterlijk letten.
  
   
    
  
 
   
  
   

  
  
  
   
    
     
      
       
        A
         
          Eens
         
       
      
     
    
   
    
     
      
       
        B
         
          Oneens
         
       
      
     
    
   
    
     
    
   
    
     
    
   
  
 
 
 
   
   
   
     
       
       
       
 
   
   
    Quizvraag
 
 
       
       
     
   
 
       

       

       
   
   
     
     
   
 
     

     

     
   

5 jaar terug

nu

over 5 jaar

Welke deur kies jij?

kamer vol vogelspinnen

kamer vol vuur

kamer vol ratten

Keuzes maken

Welke keuze maak je bij de volgende vragen?

Schrijf ze op of onthoud ze...

Je gaat een nieuwe telefoon kopen

1. Je gaat 20 mobieltjes bekijken voordat je een keuze maakt
2. Je gaat naar de winkel en je koopt er een
3. Je gaat kijken in de winkel. Denkt na over voor- en nadelen voordat je er een koopt.

Je moet koken voor vrienden

1. Je kijkt 3 uur naar recepten.
2. Je probeert wat nieuws
3. Je bedenkt iets en je belt met een vriend om te kijken of het een goed idee is.

Je moet een werkstuk maken bij techniek

1. Je leest de opdracht 4 keer door, daarna vraag je nog een klasgenoot
2. Je begint meteen te werken
3. Je leest de opdracht en denkt eerst goed na over wat je gaat doen

Je moet je `s ochtends aankleden

1. Je staat een half uur voor de kast en je probeert veel verschillende dingen.
2. Je pakt het eerst wat je ziet liggen.
3. Je denkt na over wat je gaat doen die dag. Daar hangt je kleding keuze vanaf.

Hoe goed kun jij kiezen?

Had je het meeste a b of c

Vooral a: Je vindt het lastig om te kiezen

Vooral b: Je kunt snel keuzes maken. Te snel?

Vooral c: Je denkt goed na voor je een keuze maakt.

Welke keus maak jij?

sollicitatiegesprek

Foto 1                                                                             Foto 2

foto 1 of foto 2 ?
Waarom?

Er is ruzie met een collega.......

Welke keuze maak jij ?

of ................

Welke keuze maak jij en waarom?

Welke keuze zou jij nu maken ?

- Werk dat veel verdiend,

maar niet zo leuk is.

                                                     of 

- Werk dat heel leuk is, maar minder verdiend.

Welke keus maak jij ?

voordelen en nadelen

Om een keuze te maken kan je nadenken over de voor en nadelen.

Dit helpt je om de juiste keuze te maken

Leg uit wat voordelen zijn?

Leg uit wat nadelen zijn.

Door voordelen en nadelen te bedenken, kun je makkelijker een keuze maken.

Voorbeeld:

Je moet naar school en het regent.

Ga je met de fiets? Of pak je de bus?

Door na te denken over de voor en nadelen kun je                          makkelijker een keuze maken!

Noem een nadeel van de fiets

Noem een nadeel van de bus?

Een keuze die je maakt kan gevolgen hebben.

Wat betekent het woord
gevolgen?

Nog een voorbeeld:

Je moet naareen sollicitatiegesprek en je ziet dat het heel hard regent. Je hebt nog een kwartier. Met de fiets ben je er in 10minuten

Met de bus doe je er 20minuten over.

Ga je met de fiets? Of pak je de bus?

Wat is het gevolg ?

als je de bus neemt?

als je met de fiets gaat?

Denk terug!

Welke ( belangrijke ) keuze die je ooit gemaakt hebt, zou je nu niet of anders maken ?

Deze les heb je veel geleerd over het maken van keuzes

wat heb je van deze les geleerd?