Economisch bekeken - H1.1 Inkomsten in soorten - KGT

Hoera, we mogen weer....
we mogen weer naar school
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoera, we mogen weer....
we mogen weer naar school

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 1 - Zakgeld en inkomen (KGT)

Slide 2 - Diapositive

  • H1.1 Inkomsten in soorten
  • H1.2 Inkomsten omrekenen
  • H1.3 Getallen op een rij
  • H1.4 Bijverdienen
  • H1.5 De bank betaalt
  • H1.6 Inkomen en beroep
Inhoud

Slide 3 - Diapositive

1.1 Inkomsten in soorten

Slide 4 - Diapositive

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • inkomsten indelen in verschillende soorten.
  • de indeling van inkomstensoorten toepassen.
Lesdoelen

Slide 5 - Diapositive

Hoeveel zakgeld krijg jij? Vind je dat genoeg?

Slide 6 - Question ouverte

  • Inkomen is alles wat je ontvangt.

    Er zijn verschillende soorten inkomsten:
    - Inkomsten met tegenprestatie, zoals werk (je moet er iets voor doen!)
    - Inkomsten zonder tegenprestatie, zoals zakgeld of een uitkering. (Je hoeft er niets voor te doen)
Inkomen

Slide 7 - Diapositive

Je kan op verschillende manieren inkomen ontvangen.

  1. Inkomsten in geld: briefjes, muntgeld of op een rekening.
  2. Inkomsten in natura: auto, telefoon, ov chipkaart.


Soorten inkomsten

Slide 8 - Diapositive

Je kan op verschillende manieren inkomen besteden.

  1. Niet-vrij besteedbaar inkomen: kleedgeld, reisgeld en kappersgeld --> het staat vast waar je het aan uitgeeft. 
  2. Vrij besteedbaar inkomen: het inkomen dat overblijft na alle verplichte uitgaven


Kun je je geld vrij uitgeven?

Slide 9 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van vrij besteedbaar inkomen ?
A
Kleedgeld
B
Loon

Slide 10 - Quiz

Zakgeld is:
A
Vrij besteedbaar inkomen
B
Niet-vrij besteedbaar inkomen

Slide 11 - Quiz

Pien krijgt af en toe iets van haar oma. Lippenstift en soms een tijdschrift.
Hoe noemen we deze inkomsten?
A
inkomsten in geld
B
inkomsten in natura

Slide 12 - Quiz

Zakgeld is een voorbeeld van:
A
Inkomsten in geld
B
Inkomsten in natura
C
Inkomsten met tegenprestatie
D
Inkomsten zonder tegenprestatie

Slide 13 - Quiz