3tl hfd 5 KLASS schrijven: een overtuigende tekst schrijven (1)

een overtuigende 
tekst schrijven 
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

een overtuigende 
tekst schrijven 

Slide 1 - Diapositive

Wat is
het doel
van deze
tekst?

A
informeren
B
instrueren
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 2 - Quiz

Wat is het doel
van deze tekst?

A
informeren
B
instrueren
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 3 - Quiz

Lesdoel
- Je weet hoe de opbouw van een overtuigende tekst eruit ziet.
- Je kent de begrippen: standpunt en argument
- Je kunt een overtuigende tekst schrijven met een standpunt        argumenten en een conclusie of samenvatting

Slide 4 - Diapositive

Overtuigende tekst
In een overtuigende tekst geeft de schrijver zijn mening

Het doel is dat de lezer die mening overneemt. 

De schrijver geeft argumenten om de lezer te overtuigen van zijn standpunt.


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Waar had Youp van het hek Nederland van overtuigd?
A
Buckler was prima bier.
B
Gereformeerden horen niet in een kroeg.
C
Drink nooit Buckler.
D
Als je Buckler drinkt, ben je een loser.

Slide 7 - Quiz

Opbouw overtuigende tekst
Inleiding: het onderwerp en de mening van de schrijver. Dit wordt ook wel het standpunt genoemd.
Kern: Minimaal 2 argumenten met voorbeelden. Dit zijn vaak de feiten.
Slot: de conclusie of samenvatting. Hier herhaalt de schrijver zijn standpunt of mening in andere woorden.

Slide 8 - Diapositive

Wat staat er in de inleiding van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver
D
Het standpunt van de schrijver

Slide 9 - Quiz

Wat staat er in de kern van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver

Slide 10 - Quiz

Opbouw van een overtuigende tekst
Inleiding
Middenstuk
Slot
Standpunt noemen
Conclusie trekken
Onderwerp noemen
Argumenten noemen
Tegenargumenten noemen

Slide 11 - Question de remorquage


Tweetallen: hfd. 5 Schrijven / Een overtuigende tekst schrijven / STARTOPDRACHT

Slide 12 - Diapositive