Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Waarom een standaardtaal?
Slide 2 - Carte mentale
Politieke en economische veranderingen: - economische en godsdienstige problemen - vlucht naar het noorden, naar de Republiek - meer mobiliteit en dus meer communicatie
Een acrolect is een dialect van de dominante sociale klasse van de dominante streek binnen een bepaald dialectcontinuüm. Een standaardtaal is doorgaans op een acrolect gebaseerd.
Slide 6 - Diapositive
Rond 1550 waren het Vlaams, Brabants, Hollands en Limburgs de gesproken dialecten in de Nederlanden. Welk(e) dialect(en) stond tussen 1550 en 1617 zo sterk dat het de basis werd voor de standaardtaal?
A
Vlaams (met steden zoals Gent en Brugge)
B
Brabants (met steden zoals Antwerpen, Mechelen, Breda)
C
Hollands (met steden zoals Amsterdam, Den Haag)
D
Limburgs (met steden zoals Maastricht)
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Hendrik Laurensz. Spiegel
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
equator, mathematica, chemie, filosofie, arcsinus, perpendiculair, algebra... Wat zijn de puristische vertalingen voor deze woorden?
Slide 17 - Carte mentale
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Wat wordt bedoeld met de 'sociale taalgrens' in Vlaanderen?
Slide 21 - Question ouverte
Welke strekking binnen de Vlaamse Beweging heeft het uiteindelijk gehaald?
A
Particularisten
B
Integrationisten
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Territorialiteits-principe
Personaliteits-principe
In het openbare leven kan de burger kiezen tussen het Nederlands en het Frans als taal om bv. bediend te worden in het gemeentehuis, onderwijs te volgen ...
De taal in het openbare leven (bv. gemeentehuis, onderwijs) volgt het grondgebied waarop je je bevindt. Je locatie bepaalt dus de taal die in het openbare leven geldt.
Voorkeur van de Nederlandstaligen
Voorkeur van de Franstaligen
Slide 25 - Question de remorquage
Conclusie ...
- Nederlandstaligen ijveren voor territorialiteitsprincipe. Zo zou Vlaanderen eentalig Nederlands en Wallonië eentalig Frans worden.
- Franstaligen ijveren voor personaliteitsprincipe. Zo kan ook de Franstalige bourgeoisie in Vlaanderen nog steeds in het Frans geholpen worden in het openbare leven.
--> Territorialiteitsprincipe komt erdoor!
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Territorialiteitsprincipe: hoe kan je de grenzen van het Nederlandstalige en het Franstalige 'territorium' afbakenen?
Slide 28 - Question ouverte
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
De zes gemeenten in de Brusselse rand zijn Franstalig, maar hebben faciliteiten voor Nederlandstaligen.
A
Juist
B
Fout
Slide 31 - Quiz
Er zijn meer Vlaamse gemeenten met faciliteiten voor Franstaligen dan Waalse gemeenten met faciliteiten voor Nederlandstaligen.