... heb ik geoefend met het onderdeel dat ik nog lastig vind.
Unité 3
"Emploi du temps"
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Bienvenue au cours de français!
Quelle est ta matière préférée ?
> Ma matière préférée est ......
Aan het einde van deze les ....
... heb ik geoefend met het onderdeel dat ik nog lastig vind.
Unité 3
"Emploi du temps"
Slide 1 - Diapositive
Le programme
Keuze programma
Uitleg werkwoorden (-er / avoir / être) - met docent
Diagnostische Toets Unité 3 - individueel
Vocabulaire oefenen - in duo's
Leestoets oefenen - individueel
Les devoirs pour cette semaine - het huiswerk voor deze week
Préparation toetsweek
Slide 2 - Diapositive
Wat ga jij deze les doen?
A
Uitleg werkwoorden
B
Diagnostische Toets
C
Vocabulaire (woordjes)
D
Leestoets
Slide 3 - Quiz
Wie,wat, waar?
1) Uitleg werkwoorden [met docent]
> Tekstboek open p.119
2) Diagnostische Toets [individueel / duo]
> ELO, lees goed en rustig de vragen. [klik hier] - Unité 3 - Diagnostische Toets
> Maak de opdrachten met pen + papier!
3) Vocabulaire oefenen [duo's] > Op school: kruiswoordpuzzel, uitleg staat erop. Vraag blad docent. > Online: woordzoeker. Ga samen in een Meet, zoek de woorden én vertaal ze. [klik hier] > Online: of overhoor elkaar, maak oefenen zinnetjes etc.
4) Leestekst oefenen
> Zie HBL ELO [klik hier] --> denk aan leesstrategie: titel, plaatjes, kopjes, dikgedrukte woorden.
Tout le monde:
> 10:24 terug voor Quizlet Live
>Questions? Stel in Hangout
Slide 4 - Diapositive
Sleep de juiste vertalingen naar het juiste persoonlijk voornaamwoord
il/elle
nous
vous
on
tu
je
wij
men/we
ik
jullie / u
jij
hij/zij
Slide 5 - Question de remorquage
Uitleg werkwoorden -er
Slide 6 - Diapositive
Uitgangen werkwoorden -er
Slide 7 - Diapositive
Regelmatige werkwoorden op ER: sleep de uitgangen naar het juiste persoonlijk voornaamwoord
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils / elles
E
ES
E
ONS
EZ
ENT
Slide 8 - Question de remorquage
werkwoorden op -er (1/2)
jouent
aime
adore
chantent
habites
regardez
téléphonons
demandes
Welke persoonsvorm hoort voor het werkwoord?
Wat betekent het?
Slide 9 - Diapositive
Antw.: Werkwoorden op -er (2/2)
Ils / elles jouent = zij spelen
J'aime / il aime / elle aime / on aime = Ik,hij,zij,men (we)houdt van
J'adore / il adore / elle adore / on adore = ik,hij,zij men(we) is dol op