Paragraaf 6.2

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Het ene goed is het andere niet

Paragraaf 6.2

Economie/filmpje?

Leerdoelen

• Je kunt de kenmerken en voorbeelden van een individueel goed noemen.
• Je kunt uitleggen waarom de overheid collectieve goederen produceert en welke kenmerken en voorbeelden zijn van collectieve goederen
• Je kunt het verschil benoemen tussen collectieve en quasi-collectieve goederen en voorbeelden geven van quasi-collectieve goederen.  

collectieve goederen zijn niet rivaliserend

1. juist
2. onjuist

Noem een voorbeeld quasi-collectief goed

Geef aan of het goed collectief, individueel of quasi-collectief is in Nederland. Luchtmacht

1. Collectief
2. Individueel
3. Quasi collectief

Geef aan of het goed collectief, individueel of quasi-collectief is in Nederland. Het theater

1. Collectief
2. Individueel
3. Quasi collectief

Onderwijs is een

1. Individueel goed
2. Quasi collectief goed
3. collectief goed

Het is winter en vannacht heeft het gevroren. Hendrik ziet er nu ongelofelijk tegen op om met de auto naar zijn werk te gaan. Gelukkig is er wel gestrooid. Het strooien van zout op de wegen is een voorbeeld van een:

1. Individueel goed
2. Quasi-collectief goed
3. Collectief goed

Terug naar het filmpje: Wat voor een goederen zijn de deltawerken?

Werken aan paragraaf 6.2

Opdrachten uit het boek