Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
3.2 Welke partij past bij jou?
Slide 1 - Diapositive
Terugblik 3.1
Directe democratie / indirecte democratie?
Wat bedoelen we met het "algemene belang?"
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
- De leerlingen kunnen aan het van deze les de verschillen tussen links en rechts in de politiek noemen
- De leerlingen kunnen aan het einde van deze les de twee vormen van kiesrecht noemen.
Slide 3 - Diapositive
In deze les
*Behandelen we de verschillende vormen van kiesrecht.
*Kijken we naar wat links, midden en rechts is.
*Duiken we in het proces na de verkiezingen (Tweede Kamer)
Slide 4 - Diapositive
Kiesrecht
Alle Nederlandse burgers (boven de 18 jaar) hebben kiesrecht (artikel 4 van de grondwet)
Met dit recht kiest het volk haar volksvertegenwoordigers.
Actief kiesrecht
Het recht om te mogen stemmen noemen we actief kiesrecht.
Passief kiesrecht
Het recht om je verkiesbaar te stellen noemen we passief kiesrecht.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Stelling: in Nederland zijn de verkiezingen vrij. Is dit waar of niet? Licht je antwoord toe.
Slide 7 - Question ouverte
Verkiezingen
De verkiezingen in Nederland zijn vrij. Je mag namelijk stemmen op wie je wilt (actief). Ook gaat het stemmen anoniem. Ook mag iedereen zich verkiesbaar stellen (passief).
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Waarom is het anoniem kunnen stemmen zo belangrijk? (Hint: beïnvloedbaar)
Slide 10 - Question ouverte
Verkiezingstijd
- Winnen van stemmen;
--> Campagne voeren
--> Reclame maken
- Elke partij heeft een lijsttrekker.
- Veel mensen stemmen op een partij door de lijsttrekker.
Slide 11 - Diapositive
Welke manieren om campagne te voeren kennen jullie?
Slide 12 - Carte mentale
Links
Voor linkse partijen is gelijkheid erg belangrijk.
- Verdeling van geld.
- Rijke mensen meer belasting.
- Onderhoud van natuur en klimaat.
- Overheid grote rol.
Slide 13 - Diapositive
Rechts
Rechtse partijen vinden vrijheid erg belangrijk.
- Overheid moet passief zijn.
- Burgers zorgen voor zichzelf.
- Verschillen tussen rijk en arm zijn normaal. - Je mag best rijk worden.
Slide 14 - Diapositive
Partij A vindt dat de overheid zich met veel dingen moet bemoeien.
Links standpunt
Rechts standpunt
Slide 15 - Sondage
Partij B vindt dat het verschil tussen 'rijk en arm' zo klein mogelijk moet zijn.
Links standpunt
Rechts standpunt
Slide 16 - Sondage
Partij C vindt het onzin dat miljardairs meer belasting moeten betalen.
Links standpunt
Rechts standpunt
Slide 17 - Sondage
Slide 18 - Diapositive
Is er een middenweg?
-Politieke partijen zijn niet alleen links of rechts.
-Middenpartijen hebben zowel linkse als rechtse standpunten.
Partij D vindt dat er meer geld naar het klimaat moet gaan (... standpunt) en vindt ook dat de overheid zich zo min mogelijk moet bemoeien met de samenleving (... standpunt).
Slide 19 - Diapositive
Een partij
- Kamerleden van één partij samen noemen we een fractie.
Als er staat dat een fractie uit 34 Kamerleden bestaat, spreken we over een fractie van 34 mensen.
Regering;
- Twee of meer partijen
-Bestaat uit de koning en de ministers
Slide 20 - Diapositive
Welke partijen zitten er in de regering?
Slide 21 - Question ouverte
Hoe werken partijen met verschillende ideeën samen?
-Bij een compromis geven alle partijen een beetje toe, dit betekent dat er een middenweg tussen de ideeën komt.
Slide 22 - Diapositive
Compromis
-Partij A wil 10000 vluchtelingen opvangen.
-Partij B wil 0 vluchtelingen opvangen.
Wat zou een compromis tussen partij A en B kunnen zijn?
1 minuut overleggen met buurman/buurvrouw
Slide 23 - Diapositive
Terugkoppeling
- De leerlingen kunnen aan het einde van de les drie verschillende richtingen binnen de politiek benoemen.
- De leerlingen kunnen aan het einde van de les twee vormen van kiesrecht noemen.
Zijn er onderwerpen die extra aandacht nodig hebben?