Oud §5 denk ik

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hoofdvraag 4.2:
  • Waarom is pluriformiteit van informatie belangrijk voor een democratie?
Begrippen:
  •  Pluriformiteit
  •  Regulering
  •  Mediawet
  •  Imago/identiteit

Slide 2 - Diapositive

Noem een medium/omroep/zender die je betrouwbaar vindt én noem een medium/omroep/zender die je minder betrouwbaar vindt.

Slide 3 - Question ouverte

Pluriformiteit van de media
Er zijn veel verschillende media, waarin veel verschillende meningen aan bod komen.

Dit, omdat er verschillen zitten tussen mensen van de Nederlandse bevolking, bijvoorbeeld:
  • politieke voorkeur
  • geloof
  • culturele achtergrond
  • leefstijl

Slide 4 - Diapositive

De Mediawet
Hierin staan de belangrijkste regels voor de Publieke Omroep
  • Je moet een vereniging zijn, geen commercieel bedrijf
  • Je moet een eigen identiteit hebben
  • Minimaal 50.000 betalende leden, daarna minimaal 100.000
  • Volledig programma verzorgen (25% amusement, 25% informatie, 25% cultuur, 5% educatief, 20% vrij besteden)
  • Recht op geld van de overheid, aangevuld met reclame
  • Reclame max. 6.5 min per uur, alleen tussen programma's in.
  • Product placement is verboden

Slide 5 - Diapositive

Mag het volgende shot uitgezonden worden op de NPO?
A
Ja
B
Nee
C
Ja, maar alleen na 20u

Slide 6 - Quiz

Omroep 'Hest al Heurd' heeft 35.000 betalende leden. Zij hebben nu recht op....
A
geen zendtijd
B
1 jaar lang zendtijd
C
3 jaar lang zendtijd
D
5 jaar lang zendtijd

Slide 7 - Quiz

Nu heeft 'Hest al Heurd' 65.000 betalende leden. Zij hebben nu recht op....
A
geen zendtijd
B
1 jaar lang zendtijd
C
3 jaar lang zendtijd
D
5 jaar lang zendtijd

Slide 8 - Quiz

Opdrachten:
Lezen 4.2 
Vragen bij 4.2 op pag. 53
Opd. 16 tm 19 

Slide 9 - Diapositive

Hoofdvraag 4.3:

n.v.t. (= niet van toepassing)
Belangrijke woorden:

  • Imago
  • Doelgroep
  • Nederlandse Reclame Code
  • Sluikreclame
  • SIRE

Slide 10 - Diapositive

Werking:
Boodschap verspreiden en hiermee producenten willen verkopen:
  •  Beeld dat bij het product past overbrengen (denk aan Red Bull)
  • Emotie / humor / slogan / bekende mensen
  • Moet aansluiten bij de doelgroep, zeker omdat reclame uitzenden duur is.

Slide 11 - Diapositive

Internet
Reclame op internet is specifieker.
  •  Jouw data zijn bekend
  • Algoritme toegepast
  • Voorspelling van jouw interesses

Gratis app? Bedrijf verdient aan jouw gegevens/reclame-inkomsten

Slide 12 - Diapositive

Influencers
Verkopen een product, namelijk zichzelf.
  • Willen zoveel mogelijk likes/followers/reacties.
  • betaalde followers
  • reclame-inkomsten
  • Mag een influencers alles maar doen? Wat vind jij?

Slide 13 - Diapositive

Nederlandse Reclame Code
Houden aan de wet, goede smaak en fatsoen.
  •  niet discrimineren
  • leeftijdsgrens (na 21u)
  • herkenbaar als reclame
  • sinds 2021, regels voor influencers

Slide 14 - Diapositive

Sluikreclame
Stiekeme reclame, voorbeeld Product placement (product in programma laten zien, vb. blikje coca cola) of een Advertorial.
  • Alleen bij commerciële zenders
  • Nooit bij nieuwsprogramma
  • Altijd melden!

Slide 15 - Diapositive

Ideële reclame
Verbeteren van de maatschappij, beïnvloeden gedrag burgers.
Door SIRE (Stichting Ideële REclame)
  • #doeslief
  • je bent een rund als je met vuurwerk stunt
  • Alleen samen krijgen we corona onder controle

Slide 16 - Diapositive

Opdrachten:
Lezen 4.3 
Vragen bij 4.3
Opd. 19 / 20 / 21
Begrippen: Imago (hele lijst op pag. 62 moet af zijn)

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Bedenk een OBJECTIEVE krantenkop bij de foto:

Slide 19 - Question ouverte

Bedenk een SUBJECTIEVE krantenkop bij de foto:

Slide 20 - Question ouverte

Hoor en wederhoor:
Alle kanten van het verhaal onderzoeken en meer mensen aan het woord laten.

Bijv. 
dader vs. slachtoffer
bedrijf vs. werknemer 

Slide 21 - Diapositive

Meer dan één bron:
"Een bron is geen bron". Informatie uit een bron is vaak onbetrouwbaar. Journalisten zoeken meer mensen om een verhaal te bevestigen. 

Slide 22 - Diapositive