- Je weet wat bepaalde en onbepaalde hoofdtelwoorden zijn en je kunt deze herkennen.
- Je weet wat bepaalde en onbepaalde rangtelwoorden zijn en je kunt deze herkennen.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Vandaag
- Je weet wat bepaalde en onbepaalde hoofdtelwoorden zijn en je kunt deze herkennen.
- Je weet wat bepaalde en onbepaalde rangtelwoorden zijn en je kunt deze herkennen.
Slide 1 - Diapositive
Telwoorden
- Telwoorden geven een hoeveelheid of een volgorde aan.
We maken daarbij onderscheid tussen hoofdtelwoorden en rangtelwoorden:
- Hoofdtelwoorden geven een hoeveelheidaan.
- Rangtelwoorden geven een volgorde aan.
Slide 2 - Diapositive
Hoofdtelwoord
Geeft een aantal of hoeveelheid aan.
Ik heb negen appels en zeven peren.
Ik heb veel appels en weinig peren.
Slide 3 - Diapositive
Hoofdtelwoord
Als je precies weet om welke hoeveelheid het gaat, dan noem je dit een bepaald hoofdtelwoord. Weet je niet precies om hoeveel het gaat, dan noem je dit een onbepaald hoofdtelwoord.
Slide 4 - Diapositive
Op 3 maart leren de leerlingen veel nieuwe dingen.
Wat is hier het bepaald hoofdtelwoord?
A
op
B
3 maart
C
3
D
veel
Slide 5 - Quiz
Op 3 maart leren de leerlingen veel nieuwe dingen.
Wat is hier het onbepaald hoofdtelwoord?
A
3
B
veel
C
leerlingen
D
nieuwe
Slide 6 - Quiz
Rangtelwoord
Geeft een volgorde/plaats in een rij aan.
Ik ben tweede geworden bij de hardloopwedstrijd.
Ik ben laatste geworden bij de hardloopwedstrijd.
Slide 7 - Diapositive
Rangtelwoord
Als je precies weet om welke plaats in de rij het gaat, dan noem je dit een bepaald rangtelwoord. Weet je niet precies om welke plaats in de rij het gaat, dan noem je dit een onbepaald rangtelwoord.