IH Lesweek 4: les 2

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Internationale HandelMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je legt uit wat het begrip Incoterms betekend. 
  • Je begrijpt waarom Incoterms in de internationale handel gehanteerd worden. 
  • Je benoemt de verschillende Incoterms

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat zijn 'Incoterms'?

Slide 4 - Carte mentale

Incoterms 2020
IN(ternational)CO(mmercial)TERMS. 
Internationale standaard leveringscondities die de overgang van:
  • kosten,
  • risico en
  • organisatie
van verkoper op koper regelen

Slide 5 - Diapositive

Incoterms
Twee groepen Incoterms.
Groep 1: gericht op elke wijze van vervoer. Bestaat uit 7 Incoterms.
Groep 2: alleen gericht op vervoer over water. Bestaat uit 4 Incoterms. 

Slide 6 - Diapositive

Incoterms zeevervoer
  • FAS: Free Alongside  Ship: Vrachtvrij langszij schip. 
  • FOB: Free On board: Vrachtvrij aan boord.
  • CFR: Cost & Freigt: Kosten en vracht
  • CIF: Cost Insurance & Freight: Kosten, verzekering en vracht. 

Alleen bij vervoer over zee!!

Slide 7 - Diapositive

Incoterms alle vervoersvormen
De volgende Incoterms kunnen bij alle vervoersvormen gebruikt worden dus over de weg, per spoor, door de lucht, over water en multimodaal vervoer. 

Slide 8 - Diapositive

Incoterms
EXW
EX-Works - Af fabriek
FCA
Free carrier - Vrachtvrij tot vervoerder
CPT
Carriage paid to - Vracht betaald tot
CIP
Carriage and Insurance paid to - Vracht en verzekering betaald tot
DAT
Delivery at Terminal - Geleverd op terminal
DAP
Delivery at Place - Geleverd ter bestemming
DDP
Delivery Duty Paid - Geleverd en rechten betaald

Slide 9 - Diapositive

Multimodaal vervoer
Er is sprake van multimodaal vervoer als aan de volgende drie eisen is voldaan:
  • Minimaal twee transportvormen
  • Vervoer van een partij goederen in hetzelfde transportsysteem.
  • Transport onder dezelfde transportovereenkomst.

Slide 10 - Diapositive

Critical point
Het moment waarop transportkosten, risico en organisatie van verkoper op koper overgaan is een kritisch punt, ook wel critical point genoemd. 

Dit kan bijvoorbeeld een haven, stad, vervoermiddel of landsgrens zijn. 

Slide 11 - Diapositive

Door Incoterms spreek je het volgende af:
A
Welke partij, en tot waar, het transport en verzekering regelt
B
Wanneer de betaling plaats vindt
C
Wanneer de goederen overgaan van verkoper naar koper (eigendoms-overdracht)
D
Tot waar de garantie geldt

Slide 12 - Quiz

Aan welke eisen moet multimodaal vervoer voldoen?
A
één transportvorm, hetzelfde transportsysteem en één verkoopovereenkomst
B
twee transportvormen, hetzelfde transportsysteem en één verkoopovereenkomst
C
twee transportvormen, hetzelfde transportsysteem en één transportovereenkomst

Slide 13 - Quiz

EXW- ExWorks
  • De verkoper zet alleen de lading klaar. 
  • Alle kosten komen voor rekening van de koper.
  • Dit is de enige Incoterm waarbij de koper regelt ook alle douaneformaliteiten voor uitvoer. 

De goedkoopste manier voor de verkopende partij.

Slide 14 - Diapositive

FCA - Free Carrier
  • De verkoper zorgt ervoor dat de goederen  op een bepaalde plaats geleverd worden aan de eerste vervoerder. 
  • Op het moment van levering gaan het risico over op de koper. 
  • Er staat altijd een plaatsnaam achter de F-groep Incoterms.

Slide 15 - Diapositive

CPT-Carriage paid to
  • Geschikt voor alle vormen van transport. 
  •  Levering vindt plaats op het moment dat de goederen aan de hoofdvervoerder worden overgedragen. 
  • Op dit moment gaat ook het risico over. 
  • Zeer geschikt voor containervervoer. 

Slide 16 - Diapositive

CIP - Carriage and Insurance
  • Lijkt het heel erg op CPT alleen is de verkoper in dit geval verplicht een verzekering af te sluiten.  
  • Het risico gaat over op het moment dat de container wordt afgegeven aan de eerste vervoerder. 
  • Na inspectie van de koper wordt de container verzegeld. 
  • Mocht er schade ontstaan tijdens het hoofdstransport dan kan de verzekering ingeschakeld worden. 

Slide 17 - Diapositive

Wat is het verschil tussen FCA en CPT?
A
bij FCA ligt het initiatief grotendeels bij de verkoper
B
bij CPT draagt de verkoper het grootste risico
C
bij CPT betaalt en verzorgt de koper het natransport

Slide 18 - Quiz

DAT - Deliverd at Terminal
  • De verkoper is verantwoordelijk voor de kosten tot de goederen worden afgeleverd bij de  afgesproken terminal. 
  • De terminal kan een luchthaven of een containerterminal zijn. 
  • De verkoper moet de goederen lossen bij de terminal. 
  • De koper moet de inklaring bij de douane regelen en de invoerrechten betalen. 

Slide 19 - Diapositive

DAP - Deliverd at Place
  • De verkoper is verantwoordelijk voor de kosten,  risico en de verzekering tot de goederen op het afgesproken adres zijn geleverd. 
  • De koper moet de inklaring bij de douane regelen en de invoerrechten betalen. 

Slide 20 - Diapositive

DDP - Deliverd Duty Paid
  • Lijkt op DAP, alleen in dit geval moet de verkoper de inklaring regelen en de invoerrechten betalen. 
  •  De verkoper heeft bij deze Incoterm de maximale verplichtingen en de koper de minimale verplichtingen. 

Slide 21 - Diapositive

Bij welke Incoterm is de verkoper verplicht een verzekering af te sluiten?
A
EXW
B
CPT
C
CIP
D
DAP

Slide 22 - Quiz

Bij welke Incoterm heeft de verkoper de minste verplichtingen?
A
DDP
B
DAP
C
CPT
D
EXW

Slide 23 - Quiz

Bij welke Incoterm moet de koper de inklaring regelen en de invoerrechten betalen?
A
DAT
B
DAP
C
DDP
D
EXW

Slide 24 - Quiz

Welke Incoterms worden alleen bij zeetransport gebruikt?
A
FCA, CPT, CIP
B
DAT, DAP, DDP
C
FAS, FOB, CFR, CIF

Slide 25 - Quiz

WELKE INCOTERM?
Het schip met onze container is aangekomen in de haven van bestemming. Wij hebben de verzekering geregeld.
A
CFR
B
CIF
C
DAP
D
FOB

Slide 26 - Quiz

De klant haalt zijn bestelling af bij het bedrijf.
A
DDP
B
EXW
C
DAP
D
DAT

Slide 27 - Quiz

Wie betaalt het voortransport (pre-carriage) bij Ex-Works?
A
De verkoper
B
De koper

Slide 28 - Quiz

Huiswerk
Opdrachten op It's Learning.
Huiswerkopdracht inleveren in het mapje. 

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo