SP PA2 H3 Adjetivos y descripciones 1 23 24

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

timer
5:00
¡Hola!
Deur
Docent
Anouar
Imran
Mehdi
Bilal
Salman
Abdelqadir
Momna
Amal
Diya
Dounia
Arda
Oeways
Ilja
Amira
Damian

Slide 2 - Diapositive

¡Hablemos!
¿Cómo te llamas? Me llamo ...
¿De dónde eres? Soy ...
¿Qué lenguas hablas? Hablo ...(holandés, 
berber, árabe, turco, francés, papiamento...)
¿Dónde vives? Vivo en ...
¿Qué te quieres hacer en la pausa? Yo quiero ...
¿Qué te gusta beber? Me gusta beber ...
¿Cuál es tu plato favorito? Mi plato favorito es ...
¿Cómo? Hoe?
¿Dónde? Waar?
¿Qué? Wat?
¿Quién? Wie

Slide 3 - Diapositive

Doelen van vandaag

- Zelfreflectie over periode 2.
- Toets inzien en feedback van docent.
- Vooruitkijken periode 3.

Eind van de les, kan ik:
- goed schatten wat ik moet verbeteren om een goede cijfer te behalen.

Slide 4 - Diapositive

Contenido del PTO 3...

- Bijvoeglijke voornaamwoorden (adjetivos)
- Bijvoeglijke voornaamwoorden (hoeveelheid)
- Werkwoorden o->ue (poder=kunnen)
- Gebiedende wijs (Imperativo)
- Signaalwoorden
- Verbandwoorden

Slide 5 - Diapositive

Mannelijke vorm
Vrouwelijke vorm
alto
alta
bajo
baja
inteligente
inteligente
azul-
azul-
voor het meervoud voeg een "s" toe!
[of "es" als het woord eindigt met een medeklinker]

Weet je nog?

Slide 6 - Diapositive

La descripción - De beschrijving
Om iemand te beschrijven heb jij 3 werkwoorden nodig!

SER
TENER
LLEVAR

Slide 7 - Diapositive

SER
Carácter/personalidad (karakter/personaliteit)

- Je gebruik het werkwoord SER (zijn)

Yo soy ...
Tú eres ...
Mi madre es ...

Adjetivos
Inteligente
Simpático

Slide 8 - Diapositive

SER & TENER
Aspecto físico (uiterlijk)
- Je gebruik het werkwoord TENER (HEBBEN) en soms het werkwoord SER (ZIJN)

Yo soy/tengo ...
Tú eres/tienes ...
Mi madre es/tiene ...

Adjetivos
alto
moreno
corto, grande
p. 31
Cosas
Nariz
Pelo
+ adjetivo

Slide 9 - Diapositive

LLEVAR
Aspecto físico (uiterlijk)
- Je gebruik ook het werkwoord LLEVAR (DRAGEN) om kleding, brillen, baard te beschrijven.

Yo llevo ...
Tú llevas ...
Mi madre lleva ...

Otras cosas
gafas
barba
joyas
p. 31
Ropa
jeans negros
un vestido

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Zoek het op!
Vind je favoriete beroemde persoon, influencer, sportsperson en vertel 3 dingen over hem/haar!
¿Cómo es tu persona famosa favorita?
In volgende slide delen!

Slide 12 - Diapositive

¿Cómo es tu persona famosa favorita?
Deel 1 foto + 3 zinnen!

Slide 13 - Question ouverte

Beschrijf jezelf in het Spaans
Hoe is je personaliteit en je uiterlijk?
¿Cómo eres?

Slide 14 - Question ouverte

Beschrijf je favoriete familielid in het Spaans.
Hoe is haar/zijn personaliteit en uiterlijk?
¿Cómo es el/ella?

Slide 15 - Question ouverte

Nu kan ik...
- iemand beschrijven.
¿Qué puedes hacer ahora?

Slide 16 - Diapositive

Ik kan iemand beschrijven.
Ja
Een beetje
Nee

Slide 17 - Sondage

¡Buen trabajo!
¡Suerte!

Slide 18 - Diapositive