5.1 Licht - Schaduw en spiegels

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

5.1 Schaduwen en spiegels

Ga rustig zitten

Je jas en telefoon zijn aan de kapstok / in de kluis

Je boek en pen liggen op tafel

Ga op je iPad alvast in de LessonUp

Dit weten we al:

Licht (en alle andere straling) reist in rechte lijnen

Een voorwerp kan licht absorberen, doorlaten of weerkaatsen.

Als een voorwerp alle kleuren absorbeert, zien we het als zwart.

Als het alleen groen weerkaatst, dat zien we het als groen.

Voorbij rood komen we in het infrarood; voorbij blauw in het ultraviolet.

Wat gebeurt er met licht dat op een voorwerp valt?

1. Het voorwerp absorbeert het licht (neemt het op)

2. Het voorwerp laat het licht door (zoals een raam)

3. Het voorwerp kaatst het licht terug

Als ik op een rood shirt alleen groen licht laat vallen, dan zie ik dat shirt in de kleur...

1. Rood
2. Groen
3. Wit
4. Zwart

Welk van deze soorten straling heeft de langste golven?

1. Infrarode straling
2. Zichtbare kleuren
3. Ultraviolette straling
4. Röntgenstraling

Welke kleur wordt door de tafel weerkaatst?

1. Wit
2. Bruin
3. Geel
4. Grijs

Wat gaan we leren?

Je kan de schaduw tekenen van een voorwerp

Je kan uitleggen hoe lichtstralen weerkaatsen in een spiegel

Je kan spiegelende lijnen tekenen

Licht kan niet door een voorwerp als een tafel heen.

Een deel wordt geabsorbeerd, een deel wordt weerkaatst.

Het gebied daarachter komt dus niet in het licht; hier is schaduw.

We weten:

- Lichtstralen reizen altijd in rechte lijnen;

- Een lichtbron verspreidt licht in

alle mogelijke richtingen.

We kunnen dus:

In een tekening weergeven welk gebied van

een voorwerp in de schaduw komt te liggen.

Oefenen

Maak in je werkboek:

Paragraaf 5.1, opdracht 8.

Teken:

- De randstralen (lichtstralen die langs de rand van het voorwerp gaan)

- Het gebied binnen de randstralen dat in de schaduw komt te liggen

Spiegelbeelden

Een spiegel weerkaatst licht, maar in plaats van één kleur zie je het spiegelbeeld van de omgeving.

De hoek tussen de lichtstraal en de normaal is hetzelfde als de hoek tussen de weerkaatsing en de normaal. Dit is de spiegelwet.

Normaal = lijn die loodrecht

op de spiegel staat

Het spiegelbeeld is er niet écht: je ziet een virtueel beeld.

We weten:

- Licht reist in rechte stralen;

- Hoek van inval ∠i is gelijk aan hoek van terugkaatsing ∠t

We kunnen dus teruggekaatste lichtbundel tekenen!

1. Teken van punt P het virtuele punt (we noemen dit P')

2. Teken de randstralen (de lijnen van P naar de randen van de spiegel)

3. Teken de stralen vanuit P'

Je kan met deze manier bepalen of je iets ziet in de spiegel of niet.

P = je oog

P' = je oog in het virtuele beeld

De randstralen vanaf P' laten zien, welke voorwerpen je ziet in de spiegel.

Aan de slag

Vertrouwen in dat het wel lukt?

Maak zelfstandig: paragraaf 5.1, opdracht 9 en 10.

Is dit nog hocus pocus?

Samen stap voor stap opdracht 9 maken.

Dan: maken werkblad spiegelbeeld tekenen (moet ingeleverd!)

Ben je klaar? Pak dan in Teams de Onderzoeksopdracht erbij en werk verder aan de opgaven voor de volgende paragrafen.