3.5 Speciale manieren van overerving

B5:Speciale manieren van overerving
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

B5:Speciale manieren van overerving

Slide 1 - Diapositive


Hiernaast staat een stamboom. De personen die met grijs aangegeven zijn, hebben een
ziekte. De rode personen zijn gezond. De ziekte wordt veroorzaakt door één gen dat X-chromosomaal is. Vrouw 7 is in verwachting van kind 11. De baby blijkt een meisje te zijn. Hoe groot is de kans dat meisje 11 de ziekte heeft?

Slide 2 - Question ouverte

Bij Drosophila (fruitvliegjes) komt onder andere het allel ‘vleugels zonder dwarsaders’ voor. Dit allel is X-chromosomaal en recessief. Een vrouwtje met vleugels zonder dwarsaders wordt gekruist met
een mannetje met normale vleugels. De F1-individuen die hieruit ontstaan, worden onderling
gekruist en er ontstaan een F2.
Hoeveel % van de vrouwtjes uit de F2 heeft vleugels zonder dwarsaders?

Slide 3 - Question ouverte

De ziekte van Duchenne (een ernstige spierziekte) wordt bepaald door een recessief gen op het X-chromosoom. Een man en vrouw zonder de ziekte krijgen een zoon met de ziekte. Hoe groot is de kans dat hun tweede kind, een dochter, draagster is van het allel voor de ziekte?
timer
3:00

Slide 4 - Question ouverte

Opdracht: Gekoppelde dihybride kruising
Onderzoekers ontdekten dat geen van de beren in de F2 een gekrulde bruine vacht hadden of een gladde zwarte vacht. Daarom denken ze dat er sprake is van gekoppelde overerving.

Maak een kruisingsschema, ga er van uit dat de allelen gekoppeld zijn. De kruising begint als volgt:
P:     


Slide 5 - Diapositive


Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Twee konijnen met lang haar en rechtopstaande oren die beide heterozygoot zijn voor deze eigenschappen planten zich voort. De genen voor deze eigenschappen liggen op hetzelfde chromosoom. Hoeveel procent van de nakomelingen zal kort haar en flaporen hebben?
timer
5:00

Slide 8 - Question ouverte

Een vrouw met bloedgroep 0 krijgt een kind met een man met bloedgroep AB. Hoe groot is de kans dat het kind bloedgroep A heeft?
timer
3:00

Slide 9 - Question ouverte

q is een letaal allel bij cavia's. Je kruist cavia Qq met cavia Qq. Hoeveel % van de levend geboren jongen heeft genotype Qq?
timer
3:00

Slide 10 - Question ouverte

Bij pronkerwten zijn de allelen P en L gekoppeld. 

P = paarse bloemkleur en is dominant over rode bloemen.


Bij stuifmeelkorrels blijken twee vormen voor te komen: 

L = langwerpige stuifmeelkorrels
l = ronde stuifmeelkorrels

Een plant met rode bloemen en rond stuifmeel wordt gekruist met
een ouder die heterozygoot is voor beide eigenschappen:
Wat zijn de verhoudingen van de fenotypes in de F1-generatie?
A
0/100
B
25/75
C
50/50
D
20/80

Slide 11 - Quiz

Kun je nu speciale overerving kruisingsvraagstukken oplossen?
A
Ja
B
Soms, extra oefening zou fijn zijn
C
Nee, ik kom er helemaal niet uit

Slide 12 - Quiz