Leesmanieren / leesstrategieën onderbouw

Leesmanieren
De manier waarop je een tekst leest, hangt af van het doel:
Je moet bijvoorbeeld iets leren. 
Je moet vragen beantwoorden over de tekst.
Je bent op zoek naar informatie
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Leesmanieren
De manier waarop je een tekst leest, hangt af van het doel:
Je moet bijvoorbeeld iets leren. 
Je moet vragen beantwoorden over de tekst.
Je bent op zoek naar informatie

Slide 1 - Diapositive

Doel 
Aan het einde van de les kun je een keuze maken welke leesmanier bij een tekst past

Slide 2 - Diapositive

6 leesmanieren/ leesstrategieën
1. Kritisch lezen = als je een artikel leest en nadenkt over wat jouw mening erover is/ wat je ervan vindt.   
2. Globaal lezen = als je door de krant bladert en globaal scant wat je zou willen lezen 
3. Zoekend lezen = als je Google gebruikt en iets specifieks zoekt
4. Intensief lezen = als je ALLES wilt lezen dus bijvoorbeeld een boek voor Engels of voor de lol
5. Lerend lezen = als je leert voor een toets

Slide 3 - Diapositive

Welke leesmanier gebruik je als je uit een lange tekst een paar dingen wilt weten?

Bijvoorbeeld: wie in 2016 het EK Schaatsen won?
A
globaal lezen
B
oriënterend lezen
C
zoekend lezen
D
de hele tekst lezen

Slide 4 - Quiz

Waarom is zoekend lezen hiervoor de beste strategie?

Slide 5 - Question ouverte

Welke leesmanier gebruik je als je een tekst uit je biologieboek van school wilt snappen?

Slide 6 - Question ouverte

Er zijn verschillende handigheidjes (strategieën) die je gebruikt bij studerend lezen! Welke hoort hier niet bij?
A
Begrippen noteren
B
De tekst samenvatten
C
Een conclusie trekken uit de tekst
D
De kernzinnen noteren

Slide 7 - Quiz

Welke leesmanier gebruik je als je de hoofdzaken uit een tekst wilt halen?
A
Zoekend lezen
B
Globaal lezen
C
De hele tekst lezen
D
Studerend lezen

Slide 8 - Quiz

Welke leesmanier gebruik je als je een tekst wilt beoordelen?*
A
Zoekend lezen
B
Globaal lezen
C
De hele tekst lezen
D
Kritisch lezen

Slide 9 - Quiz

WAT IS WAAR?
Als ik het 'onderwerp' van een tekst moet benoemen...
A
Gebruik ik één of een paar woorden
B
Kijk ik naar de titel, plaatjes en tussenkopjes
C
Lees ik de tekst helemaal (met concentratie)
D
Kijk ik naar de andersgedrukte woorden in de tekst

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Ik heb net gelezen wat de hoofdgedachte is.
Dit is:
A
Hoe je het onderwerp in een paar woorden beschrijft
B
Het zegt in één zin wat het onderwerp van de tekst is
C
Dit is één van de kernzinnen in de tekst
D
Dit is één van de kernzinnen uit de inleiding of het slot

Slide 12 - Quiz

Tijdens de toets krijg je vragen over een tekst.
Hoe pak je dit aan?
Noem drie punten!

Slide 13 - Question ouverte

Hoe pak ik de leestoets aan?
  1. Ik oriënteer me op de tekst, door plaatjes, titel, anders gedrukte woorden en een stukje van de tekst te lezen,
  2. Ik lees de tekst globaal: de eerste alinea, de kernzinnen van alle alinea's en de laatste alinea,
  3. Daarna lees ik de tekst intensief. Ik ga dus de tekst goed lezen, hiervoor neem ik de tijd.         Tijdens het lezen markeer ik in de tekst signalen / signaalwoorden, moeilijke woorden, voorbeelden en ik streep aan waar de inleiding stopt en waar de slotalinea begint.
  4. Ik lees de vragen en ik zoek het antwoord op in de tekst (zoekend lezen),
  5. Ik beantwoord de vragen waarvan het letterlijke antwoord niet in de tekst te vinden is (ik denk logisch na).
  6. Ik check of ik op alle vragen een antwoord heb gegeven: geen antwoord geeft in elk geval geen punten....


Slide 14 - Diapositive

Hoe bereid je je voor op de volgende leestoets?

Slide 15 - Question ouverte

Ik denk dat ik goed voorbereid zal zijn tijdens de volgende leestoets
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

Ik heb de volgende dringende vraag over leesstrategieën / voorbereiding op leestoetsen

Slide 17 - Question ouverte