2.2 - Week 36

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

ZRGVEPL419AK

Wat gaan we doen?

- Antwoorden opdracht 1, 3, 4, 8

 - Oefenexamen 2F -versie 1 maken

- Huiswerk voor deze week

Welke tekstdoelen ken je?

Tekstdoelen

• informeren
• overtuigen
• overhalen/activeren
• amuseren
• instrueren

Noem een tekstsoort

Tekstsoorten

In een nieuwsbericht staan voornamelijk:

1. meningen
2. instructies
3. argumenten
4. feiten

De montagehandleiding bij een kastje is een voorbeeld van een:

1. amuserende tekst
2. instructieve tekst
3. betogende tekst
4. informatieve tekst

Het voornaamste tekstdoel van een betoog is:

1. overtuigen
2. informeren
3. amuseren
4. instrueren

Leesstrategieën

• Verkennend lezen
• Globaal lezen
• Zoekend lezen
• Nauwkeurig/intensief lezen
• Kritisch lezen

Wat doe je als je een tekst globaal leest?

Globaal lezen

Doel: vinden van hoofdzaken

Bekijk de titel, tussenkopjes en afbeeldingen

Lees de inleiding en de eerste en laatste zin van elke alinea

Wat is volgens jou intensief lezen?

Intensief lezen

Je leest de tekst nauwkeurig

• Achterhaal indien nodig de betekenis van onbekende woorden of beeldspraak
• bepaal of informatie betrouwbaar is
• lees eventuele tabellen af

Huiswerk volgende week:

Opdrachten uit het werkboek:

opdracht 9, 10, 11, 13, 14