Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
3.3 Mohammed en Mekka, Koran en kalief
KA: Het ontstaan en de verspreiding van de islam.
Slide 1 - Diapositive
Definitie vaststellen: Wanneer vind jij iets een wereldrijk?
Slide 2 - Question ouverte
Welke wereldrijken kent de geschiedenis?
Slide 3 - Carte mentale
Hoe behoud je een wereldrijk?
Slide 4 - Carte mentale
Doel: Wat houdt de Islam in en hoe kon het zich zo snel verspreiden.
- Onderwerp vaststellen - Welkom
- Uitleg:
Ontstaan Islam verspreiding Geloven in Islam Soennieten en sjiieten - Opdracht - Afsluiting
Slide 5 - Diapositive
Monotheïstisch of polytheïstisch
In de zesde eeuw geloofden de Arabieren in honderden goden
In de stad Mekka stond de Kaäba: een grote zwarte steen
Op deze plek aanbaden de Arabieren hun goden
Ook mensen, waaronder veel handelaren, uit andere landen bezochten de Kaäba en baden er tot hun goden.
Mekka lag aan een kruispunt van handelswegen en was een belangrijke handelsstad.
Slide 6 - Diapositive
Waren de Arabieren in de 6de eeuw:
A
monotheïstisch
B
polytheïstisch
Slide 7 - Quiz
Een visioen
Mohammed was een handelaar uit Mekka.
In een droom, een visoen, vertelde een engel dat er maar één god is, Allah.
Mohammed vertelde de mensen in Mekka over zijn droom, maar bijna niemand wilde naar hem luisteren.
De meeste mensen moesten niets van Mohammed hebben en joegen hem en zijn volgelingen de stad uit
Slide 8 - Diapositive
Van Mekka naar Medina
622
Mohammed vlucht naar Medina
Dit is het begin van de islamitsche jaartelling, de hedsjra
In deze stad woonden veel joden en christenen, ook zij geloven in één god (monotheïsme).
Mohammed, die zich profeet van Allah noemde, kreeg veel aanhangers.
Zij noemden zich moslims en hun godsdienst de islam.
De hedsjra is de migratie van Mohammed en zijn volgelingen van Mekka naar Medina in 622. Vanuit Medina verspreide het geloof zich en in 630 keerde Mohammed terug naar Mekka.
Slide 9 - Diapositive
Waarom lukt het om in Medina wel volgelingen te krijgen?
Slide 10 - Question ouverte
Terug naar Mekka
630
Met een grote groep moslims ging Mohammed terug naar Mekka (630)
Er werd gevochten (jihad) en Mohammed won.
Veel bewoners van Mekka werden toen alsnog moslim.
Slide 11 - Diapositive
Wat gebeurt er op de tekening?
Kies het juiste antwoord.
A
Een engel vertelt Mohammed dat hij moet vluchten uit Mekka.
B
Een engel vertelt Mohammed dat hij bij de Ka’aba de goden moet gaan aanbidden.
C
Een engel vertelt Mohammed dat hij christen moet worden.
D
Een engel vertelt Mohammed dat er maar één god is, Allah.
Slide 12 - Quiz
In welk jaar leven wij volgens de islamitische kalender?
A
2640
B
1398
C
622
D
1854
Slide 13 - Quiz
Verspreiding van de islam
Vanaf 632
Na de dood van Mohammed (632) veroveren zijn opvolgers, kaliefen, grote delen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika
De meeste mensen in deze gebieden worden moslim
Toen de Arabieren ook een groot deel van Spanje en Portugal veroverden, grensden het Frankische Rijk en het Arabische Rijk aan elkaar.
Slide 14 - Diapositive
Slag bij Poitiers 732:
Franken en Arabieren vielen regelmatig elkaars gebied binnen.
In 732 vochten hun legers bij de Franse plaats Poitiers.
Karel Martel, de grootvader van Karel de Grote, leidde de Franken.
Zijn leger was groter en zijn soldaten kenden het terrein vochten.
De Arabieren werden verslagen en zouden nooit meer zo ver noordelijk komen.
Slide 15 - Diapositive
De islam
Islam betekent: 'onderwerping'
Het belangrijkste boek is de Koran of Qoer'ān (القرآن)
Volgens moslims zijn de woorden in de Arabische taal door Allah via de engel Djibriel aan Mohammed geopenbaard.
Daarnaast moet een moslim zich (zoveel mogelijk) houden aan de vijf zuilen, dit zijn godsdienstige verplichtingen.
Het vrijdaggebed in een moskee is voor mannen verplicht
Slide 16 - Diapositive
Vijf zuilen van de islam
geloofsbelijdenis (sjahada)
الشهادة
rituele gebeden (salat)
الصّلاة
geven aan armen (zakat)
زكاة
ramadan
(saum)
رمضان
pelgrimstocht
(hadj)
الحجّ
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Wat is niet een van de vijf zuilen
van de islam?
A
Eén keer in je leven naar Mekka gaan
B
Vaak naar de kerk gaan
C
Geld geven aan arme mensen
D
Vijf keer per dag bidden
Slide 19 - Quiz
Wat is niet een van de vijf zuilen
van de islam?
A
Meedoen aan de ramadan (vasten)
B
Bidden
C
Geen varkensvlees eten
D
Allah en Mohammed eren (geloofsbelijdenis)
Slide 20 - Quiz
Leg uit waarom er is gekozen voor het woord 'zuilen'.
Slide 21 - Question ouverte
Jezus/ Isa
In de Koran wordt veelvuldig verwezen naar belangrijke personen en gebeurtenissen uit de joodse en christelijke geschiedenis. Mohammed zag zichzelf in de traditie staan van joodse profeten als Ismaël, Elia en Jeremia. Jezus (Arabisch: Isa) wordt ook gezien als een grote boodschapper van God, maar wordt niet erkend als de zoon van God. God is immers één en kan niet tegelijkertijd één en drie zijn, zoals in de leer van de drie-eenheid van het christendom: God de Vader, God de Zoon (Jezus) en God de Heilige Geest.
drie eenheid
De Heilige Drie-eenheid, is de theologische opvatting in veel takken van het christendom dat er één God bestaat in drie goddelijke entiteiten: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Met name van belang is het standpunt dat Jezus God én mens is.
Slide 22 - Diapositive
Wat hoort bij welk geloof?
christendom
islam
beide
Mohammed
Monotheïsme
kerk
moskee
Mekka
Bijbel
Jezus als zoon van god
Koran
Slide 23 - Question de remorquage
Splitsing in de islam
661
Als Mohammed in 632 sterft is er onduidelijkheid: wie gaat hem opvolgen?
VolgensSoennieten: de meest bekwame volgeling --> Mohammeds schoonvader Aboe Bakr
VolgensSjiieten: directe familie van Mohammed --> Mohammeds neef en schoonzoon Ali
Het soennisme heeft de meeste volgelingen: ongeveer 90% van de moslims is soennitisch
Slide 24 - Diapositive
soennitisch
sjiitisch
ibadisch
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Vidéo
Opdracht
Maak de opdracht: De uitbreiding van de Islam. De opdracht vind je in SOM als bijlage van deze les. Klaar? maak de examentrainer van 3.3 of Extra oefenen? maak de basisvragen Extra uitdaging? Onderzoek de verschillen tussen het Romeinse en Ottomaanse rijk.