8.1: Rivieren en de waterkringloop

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Goedemiddag 4Kak_1

Zitten op je eigen plaats, naast niemand anders.

Per tafel 1 leerling. 

Pak je spullen voor je aantekeningen.  

Ben je klaar? Lees stil 8.1 door. 

8.1 Rivieren de waterkringloop 

Lesplanning 

Doel van de les 

Rivieren in de waterkringloop 

Zelfstandig werken 

Pauze 

Soorten rivieren 

Zelfstandig werken 

Doel van de les 

Aan het einde van de les kennen de leerlingen de rol van rivieren in de waterkringloop. 

Aan het einde van de les kennen de leerlingen hoe een rivier is opgebouwd. 

Aan het einde van de les weten de leerlingen de verschillende soorten rivieren 

Rivieren in de waterkringloop 

Het gebied waar de rivier zijn water uit verzamelt = stroomgebied

- Grens tussen twee stroomgebieden = waterscheiding

• Rivieren spelen een belangrijke rol in de waterkringloop.

- Verdampen: vloeibaar naar gas

- Condenseren: gas naar vloeibaar

Rivieren in de waterkringloop 

De wind kan wolken met neerslag landinwaarts verplaatsen.

Wat gebeurt er met de neerslag?

• Een groot deel van het regenwater zakt in de bodem = infiltratie 

- Grondwater

- Bovenkant grondwater = grondwaterpeil

- Het grondwater stroomt heel langzaam naar de rivieren/zee

Rivieren in de waterkringloop 

Sneeuw wordt opgestapeld in berggebieden en vormen gletsjers.

- Bewegen heel langzaam

- Afsmelten in het dal: het smeltwater stroomt naar de rivier 

Regenwater stroomt over het aardoppervlak af naar zee = afstromen

- Het valt rechtstreeks in een meer of rivier

- Het valt op hard, ondoordringbaar land 

Wat is een stroomgebied?

1. Het gebied waar een zee in stroomt.
2. Het gebied waar een sloot in stroomt.
3. Het gebied waar een rivier in stroomt.
4. Het gebied waar een rivier het water verzamelt

Wat is verdampen?

1. Wanneer een stof van vloeibaar naar gas gaat
2. Wanneer een stof van vloeibaar naar vast gaat.
3. Wanneer een stof van gas naar vloeibaar gaat.
4. Wanneer een stof van vast naar vloeibaar gaat.

Wat is infiltratie?

1. Grondwater zakt in de bodem.
2. Rivierwater zakt in de bodem.
3. Regenwater zakt in de bodem.
4. Zeewater zakt in de bodem.

Zelfstandig werken 

Zelfstandig en stil aan het werk aan 8.1  en opdracht 1 t/m 3 

Klaar?: Maak een start aan opdracht 4

Pauze! 

Neem 5 minuten pauze 

Als je te laat bent, wordt dat in Sometoday gezet

Soorten rivieren 

Er zijn grote en kleine rivieren.

- Beek = kleine rivier

- Zijrivier = een kleinere rivier die uitkomt in een grotere rivier

- Bovenloop = het eerste stuk van de rivier, bij de bron. Hoogste stroomsnelheid 

- Middenloop = Middelste stuk van een rivier

- Benedenloop = Het laatste stuk van de rivier, bij de monding 

Soorten rivieren 

• Indeling rivieren:

- Regenrivier = voert alleen regenwater af

- Gletsjerrivier = voert vooral smeltwater af

- Gemengde rivier = voert zowel smeltwater als regenwater af/

• Debiet= de hoeveelheid water die een bepaald punt langs de rivier passeert in m3 per seconde. 

• Hangt af van grootte rivier en de stroomsnelheid 

Soorten rivieren 

Het debiet/ de waterafvoer is niet altijd gelijk.

- Gletsjerrivier voert:

• In de winter weinig tot geen water af.
• In de zomer veel (smelt)water af.

-Piekafvoer = Extreem hoge waterafvoer in de rivier.

-Regiem = de schommelingen in de waterafvoer 

Zelfstandig werken 

Zelfstandig werken aan 8.1 

Tot opdracht 4 moet af zijn, anders wordt er een aantekening gemaakt in Somtoday

Doel van de les 

Aan het einde van de les kennen de leerlingen de rol van rivieren in de waterkringloop. 

Aan het einde van de les kennen de leerlingen hoe een rivier is opgebouwd. 

Aan het einde van de les weten de leerlingen de verschillende soorten rivieren