BS 2.3: veranderingen in de puberteit

BS 2.3: veranderingen in de puberteit
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

BS 2.3: veranderingen in de puberteit

Slide 1 - Diapositive

Planning
  1. Herhaling BS 2.2
  2. Leerdoelen
  3. Uitleg BS 2.3
  4. Opdrachten maken

Slide 2 - Diapositive

Herhaling BS 2.2
Benoem de onderdelen en hun functies

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt omschrijven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn en daarbij voorbeelden noemen.
  • Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven.
  • Je kunt de kenmerken en functie van een eicel noemen.
  • Je kunt de kenmerken en functie van een zaadcel noemen.

Slide 4 - Diapositive

Hormonen
  • Ze regelen de werking van de voortplantingsorganen
  • Ze zorgen voor de lichamelijke ontwikkeling
  • Hormonen werken specifiek, dus alleen op de organen die daar voor gevoelig zijn.

Mannelijk geslachtshormoon: testosteron
Vrouwelijk geslachtshormoon: oestrogenen


Slide 5 - Diapositive

Geslachtskenmerken
  • Primaire (= eerste) geslachtskenmerken: vanaf het begin aanwezig.

  • Secundaire geslachtskenmerken: later pas aanwezig.

Slide 6 - Diapositive

Wat is geen secundair geslachtskenmerk bij een vrouw?
A
Schaamhaar
B
Vagina
C
Borsten
D
Brede heupen

Slide 7 - Quiz

Wat is geen secundair geslachtskenmerk bij de man?
A
Schaamhaar
B
Zwaardere stem
C
Borsthaar
D
Teelballen

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Menstruatie
  • = ongesteld zijn
  • Baarmoederslijmvlies met bloed wordt afgebroken 
  • Gemiddeld 3 - 5 dagen
  • Krampen: spieren spannen aan voor afvoeren

Slide 10 - Diapositive

Wat is een ander woord voor eisprong?
A
Ovulatie
B
Orgasme
C
Endometrium
D
Follikel

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Menstruatie cyclus:
  • Dag 1 - 4: menstruatie
  • Dag 14: eisprong (ovulatie)
  • 28 dagen in totaal (verschilt per persoon)

Slide 13 - Diapositive

Eicel en zaadcel verschillen
Eicel
Zaadcel
Heel groot
Heel klein
Veel voedingsstoffen
Zelf geen voedingsstoffen (vocht van prostaat en zaadblaasjes wel)
Kan niet zelf bewegen
Heeft een zweepstaart voor beweging

Slide 14 - Diapositive

Opdrachten maken
BS 2.3: opdrachten 1, 2, 4, 5, 6, 7 en 8

Slide 15 - Diapositive

Wat hebben we geleerd?
  • Noem voorbeelden van primaire geslachtskenmerken bij de man en vrouw.
  • Noem voorbeelden van secundaire geslachtskenmerken bij de man en vrouw.
  • Beschrijf kort hoe de menstruatiecyclus loopt.
  • Wat zijn de verschillen tussen zaadcellen en eicellen?

Slide 16 - Diapositive