Zakelijke brief

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Zakelijke brief en mail

stel, je moet vandaag 2 brieven schrijven

brief 1 voor je oma, die jarig is, brief 2 aan de beheerder van de kinderboerderij (Bart in 't Veld) die vrijwilligers zoekt om bezoekers rond te leiden en jij wilt dat doen.

1. Noteer voor beide brieven het tekstdoel.

2. Welke aanhef en welke afsluiting kies je voor de brieven?

3. Wat is het verschil in toon tussen beide brieven?

DOELEN

- Je weet volgens welke conventies (regels) je een zakelijke brief moet schrijven

- Je gaat oefenen met het schrijven van een zakelijke brief

Vaste indeling

conventies

(regels)

Vaste indeling:

1. Afzender (schrijver)
2. Geadresseerde (ontvanger)
3. Plaats, datum

4. Betreft (onderwerp)
5.  Aanhef (Geachte...),
6. Inhoud: inleiding - middenstuk - slot
7. Slotgroet (Met vriendelijke groet,)
8. Ondertekening (Handtekening + naam)

Zet een

witregel

tussen de onderdelen

Wat zijn de overeenkomsten tussen een zakelijke mail en een zakelijke brief?

Een brief heeft minder verplichte onderdelen dan een mail

1. waar
2. niet waar

Wie is de geadresseerde?

1. Degene aan wie je de brief schrijft.
2. Degene die de brief schrijft.

Kies de juiste schrijfwijze voor de plaats en de datum in een zakelijke brief

1. Amsterdam 2 november 2016
2. Amsterdam, 2 November 2016
3. Amsterdam, 2 november 2016
4. Amsterdam, 2-11-2016

Kies de juiste aanhef als je de geadresseerde niet kent

1. Geachte heer mevrouw,
2. Geachte heren en mevrouwen
3. Geachte heer, mevrouw,
4. Geachte heer/mevrouw,

De eerste zin van de brief begint met een hoofdletter.

1. Niet waar, de aanhef eindigt met een komma en daarna krijg je nooit een hoofdletter.
2. Waar. In de zakelijke brief begint de eerste zin toch met een hoofdletter.

In de tekst van een zakelijke brief gebruik je geen alinea’s.

1. Waar: je schrijft alles achter elkaar zonder witregels.
2. Niet waar: je gebruikt 3 alinea’s: inleiding , middenstuk en een slot.

Kies de juiste schrijfwijze voor de slotformule

1. Met Vriendelijke Groet,
2. Met vriendelijke groet,
3. Met vriendelijke groet
4. Met vriendelijke groeten,

Een sollicitatiebrief is geen zakelijke brief

1. waar
2. niet waar

In een zakelijke brief gebruik je formele taal.

1. Waar.
2. Niet waar.

Kies het juiste adres:

1. Strandzicht College Postbus 10 6622 AB EDE
2. Strandzicht College Postbus 10 6622 AB Ede
3. Strandzicht College Postbus 10 6622AB Ede

Hoe schrijf je plaats & datum?

1. Eindhoven, 10-01-2021
2. Eindhvn, 10 januari 2021
3. eindhoven, 10 Januari 2021
4. Eindhoven, 10 januari 2021

Sleep de eerste 5 onderdelen van een zakelijke brief naar de juiste plek.

Plek 3

Plek 2

Plek 1

Plek 4

Plek 5

Geadresseerde

Plaats, datum

Afzender

Onderwerp

Aanhef

Welke onderdelen zitten in alle zakelijke brieven?

1. argument voor
2. argument tegen
3. stelling
4. inleiding, kern, slot

Hoe geef je het onderwerp aan?

1. Onderwerp:
2. Deze brief gaat over:
3. Betreft:
4. Het onderwerp hoef je niet aan te geven.

Wat komt bovenaan de zakelijke brief?

1. Adres van de afzender
2. Adres van de ontvangen
3. Plaats en datum
4. Aanhef

Een zakelijke brief heeft een vaste indeling.
Hoe noem je dat ook wel?

1. conferentie
2. conventie
3. preventie
4. confetti

Wat schrijf je in de inleiding van een zakelijke brief?

1. Waarom de brief wordt geschreven.
2. Wie de brief heeft geschreven.
3. Een samenvatting over wat er in de brief staat.
4. Je noemt de aanleiding van de brief.

Wat is de juiste indeling van een zakelijke brief?

1. Naam en adres afzender, plaats en datum, naam en adres ontvanger, aanhef, inleiding, kern, slot, slotzin, handtekening, naam
2. Naam en adres ontvanger, plaats en datum, naam en adres afzender, aanhef, alinea's, slotzin, handtekening, naam
3. Naam en adres afzender, plaats en datum, naam en adres ontvanger, aanhef, inleiding, kern, slot, slotzin,naam, handtekening
4. Naam en adres ontvanger, plaats en datum, aanhef, inleiding, kern, slot, slotzin, handtekening, naam

H5 schrijven, Zakelijke brief 

Aan de slag volgens het schema

deze week opdracht 1, 2 en 3

vandaag in de les: opdracht 1

morgen in de les opdracht 2 en start opdracht 3

eind van de week opdracht 3 af

formatieve toets spelling ww