unit 3 - present simple EN continuous

8 February
    
T1A
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

8 February
    
T1A

Slide 1 - Diapositive

  • We gaan goed kijken naar het verschil tussen de twee tijden die we tot nu toe hebben geleerd: de present simple en de present continuous!
  • We doen een testje!
  • En daarna ga je zelf aan de slag! 
Today's programme

Slide 2 - Diapositive

Hoe zien ze er allebei ook weer uit? Twee voorbeelden:

His uncle likes action movies! 
I hear that your brother is playing the drums in his room!
De present simple en continuous naast elkaar!

Slide 3 - Diapositive

Hoe zien ze er allebei ook weer uit? Twee voorbeelden:

His uncle likes action movies! 
I hear that your brother is playing the drums in his room!

  • Dus waar gaat het om? Wat wil je zeggen?
  • Nu bezig? Of geldt in het in het algemeen?      ----> FILMPJE!!!
                                                                                                                                   

De present simple en continuous naast elkaar!

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

de tegenwoordige tijd = the present



De present simple en continuous naast elkaar!
simple
feiten en gewoontes
continuous
Nu bezig, terwijl je het zegt

Slide 6 - Diapositive

De present simple en continuous naast elkaar!
simple
  • I like sweets, but ...
  • ... my mum hates them!
  • His friends don't play football. They play rugby.
  • Do you do your homework every day?
  • Peggy doesn't go out at night
  • Do they live in the city?
continuous
  • I am travelling with my parents.
  • Is he playing computer games again??
  • He isn't watching TV; he's cleaning his bedroom.
  • Look, it's snowing!
  • No, it's not! It's raining!
  • What are you doing?

Slide 7 - Diapositive

Martin usually (drive)
to work.
A
drives
B
is driving
C
am driving
D
drive

Slide 8 - Quiz

(leave / you)
the party now?

A
Leave
B
Do you leave
C
Is you leave
D
Are you leaving

Slide 9 - Quiz

Maria (want)
to improve her English.

A
is wanting
B
want
C
wants
D
does want

Slide 10 - Quiz

The bus always (leave)
at half past eight.

A
is leaving
B
leave
C
leaves
D
do leave

Slide 11 - Quiz

The school (offer)
sightseeing tours in and London every week.


A
do offer
B
is offering
C
offers
D
offer

Slide 12 - Quiz

Listen! She (practise)
the piano.
A
is practising
B
is practiseing
C
practices
D
practics

Slide 13 - Quiz

Maak nu:
  • 'test jezelf' van les 4;
  • oef. 6 en 7 van les 5
  • 'test jezelf' van les 5 (vraag 1 t/m 5);
Huiswerk: 
  • leer de present simple en de present continuous
  • leer de woordjes van les 5 (gebruik Quizlet, maar schrijf ze ook eens op!)
En nu verder!

Slide 14 - Diapositive