NaSk1 jaar 3 - Les 17: Elektriciteit (3.2)

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:

- Leerboek en werkboek A

- BINAS

- Rekenmachine

- Pen en potlood

Startopdracht:

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:

- Leerboek en werkboek A

- BINAS

- Rekenmachine

- Pen en potlood

Startopdracht:

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:

- Boeken en schrift

- Etui

- BINAS

- Rekenmachine

Startopdracht:

Planning

• Lesdoelen
• Uitleg over weerstand 
• Praktische opdracht
• Zelfstandig werken
• Afsluiting
  

Lesdoelen

• Wat is het verband tussen spanning, stroomsterkte en weerstand?
• Waarvoor gebruik je weerstanden?
  
• Wat is de weerstand in een schakeling?

Tijdens de les wil ik dat je:

1. Luistert als ik praat

2. Naar elkaar luistert

3. Je spullen voor je hebt

4. Je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt

5. Respectvol bent naar je klasgenoten en mij

Nu absenties

phet.colorado.edu

3.2: Weerstand

Isolatoren

Bijna alle andere materialen laten elektriciteit niet makkelijk door. 

Dit noemen we een isolator. 

In een isolator kan de stroom niet stromen. 

Voorbeelden van isolatoren zijn hout, plastic, rubber, glas, keramiek, steen en vooral lucht.

Isolatoren laten geen elektriciteit door

Geleiders

Sommige materialen laten elektriciteit door. Zo'n materiaal noemen we een geleider.  

Alle metalen zijn goede geleiders. Veel gebruikte geleiders zijn koper, ijzer, tin en staal. 

De grijze vulling van je potlood is van grafiet gemaakt. Grafiet geleidt elektriciteit ook erg goed.

Geleiders laten elektriciteit goed door

Weerstand

Allerlei stoffen zoals in de afbeelding laten stroom maar een beetje door. 

Deze stoffen worden weerstanden genoemd.

Hoe gemakkelijk de stroom door de draad kan stromen wordt de  elektrische weerstand genoemd.

Weerstand is hoe makkelijk of hoe moeilijk de stroom door een materiaal heen beweegt.

elektrische weerstand

Weerstand bepaalt hoe makkelijk stroom ergens door heen gaat. 

Hoe groter de weerstand hoe moeilijker de stroom er door heen kan. 

Geleider heeft kleine weerstand, isolator een grote weerstand. 

Weerstand meet je met een multimeter

Weerstand (R) meet je in ohm (Ω)

Een weerstand

Hier staat een voorbeeld van een weerstand.

Bespreken huiswerk

In een nachtlampje zit een weerstand. Over deze weerstand staat een spanning van 4,0 V. Door die weerstand loopt een stroom van 0,025 A.
Bereken de grootte van de weerstand.
TIP: Kijk in BINAS tabel 12
Gebruik de SPA-methode!

3.2: Weerstand

Praktische opdracht

• In groepjes van 2
• De spanningbron komt niet boven de 12V!
• Maak de practica op het blad. 
• Neem mee pen, potlood en rekenmachine
• Bij elke onderdeel moet een aftekening van de docent staan!
• 20 minuten de tijd.

Praktische opdracht

• Nabespreken

Totale weerstand serieschakeling

Weerstanden als componenten

Je leest als volgt de weerstand af:

1. de eerste twee ringen bepalen het getal
   
2. de derde ring is de vermenigvuldigingsfactor (hoeveel nullen achter het getal komen)
   
3. de vierde ring geeft de tolerantie van de weerstand aan (de onnauwkeurigheid)

• De eerste twee ringen zijn bruin en groen. Bruin is 1 en groen is 5: het getal is 15.
  
• De derde ring is rood: vermenigvuldig met 100. De weerstand is dus .
  
• De vierde ring is rood: de tolerantie is 2%, dat is 30 Ω, dus 1500 plus of min 30 Ω. De weerstand ligt tussen 1470 Ω en 1530 Ω.

Zelfstandig werken ZS

- Maak opdracht 20 t/m 27

- Pagina 106

- 5 minuten ZS

- Niet klaar? Huiswerk

Lesdoelen

• Wat is het verband tussen spanning, stroomsterkte en weerstand?
• Waarvoor gebruik je weerstanden?
  
• Wat is de weerstand in een schakeling?