Je me présente - écrire

• Frans
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo, havo
• Leerjaar 1,3

Le programme d'aujourd'hui:

- schrijftoets toetsweek

- werkwoordenkaart

- oefenen met korte zinnen
- inzage leestoets

- werken aan weektaak

Le but du cours

Après les cours:

*weet je wat je kunt verwachten
in de toetsweek

* kun je korte zinsdelen vertalen die je nodig hebt om iets over jezelf te vertellen

Met welke Franse woorden/zinnen
kun je iets over jezelf vertellen?

Comment on dit ça?

Hoe zeg je dat?

Vertaal de zinsdelen in het Frans:

Ik heet ....

1. Je suis
2. Je m'appelle
3. Je mappel
4. J'm'appelle

Ik woon in ......

1. Je habite dans
2. J'abite à
3. J'habite dans
4. J'habite à

Schrijf in een korte zin
waar je woont.

Ik ben 15 jaar.

1. J'ai quinze ans.
2. Je suis quinze ans.
3. J'ai seize ans.
4. Je suis quinze âge.

Zeg hoe oud je bent.
(in een hele zin)

Mes préfèrences

Exemple:

• J'aime les maths.
• J'adore les vacances.
• Je préfère la musique pop.
  
  
• Je déteste les films d'horreur.

le temps libre / hobby

autre chose

aller au cinéma

avoir un exposé

être malade

faire de la musique

avoir besoin de

jouer au rugby

lire des magazines

regarder la télé

surfer sur internet

tomber amoureux

Schrijf twee dingen op die je graag doet.
Schrijf één ding op waar je een hekel aan hebt.
(in 3 hele zinnen, in hetzelfde vakje)

Ma matière préférée est ...

1. la biologie
2. les maths
3. le français
4. la musique

Schrijf welk vak je leuk vindt.

les langues
(talen + lidwoor)

Ik spreek .. (en ...).

les vacances / les rêves

Je vais en vacances en

Je voudrais devenir ...
Je vais faire des études de ...
J'aimerais habiter ...