Planten

Planten
Je leert:
Welke stammen planten er zijn, en wat hier de eigenschappen van zijn. 
Je kunt de verschillen benoemen tussen vaatplanten, sporenplanten en algen/wieren. 

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Planten
Je leert:
Welke stammen planten er zijn, en wat hier de eigenschappen van zijn. 
Je kunt de verschillen benoemen tussen vaatplanten, sporenplanten en algen/wieren. 

Slide 1 - Diapositive

Onder welke stam vallen kreeften?

Slide 2 - Carte mentale

Onder welke stam vallen mensen?

Slide 3 - Carte mentale

Kun je een voorbeeld noemen van planten?

Slide 4 - Carte mentale

Waaraan kunnen we plantencellen herkennen?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe worden planten ingedeeld?
Afbeelding 1 op van paragraaf 3.4 
We gaan het hebben over:
Vaatplanten --> Zaadplanten en sporenplanten
Wieren

Slide 6 - Diapositive

Zaadplanten
De meest bekende planten
Zijn kenmerkend door duidelijke wortels, stengels, bladeren en bloemen
Doen zich voortplanten doormiddel van zaden 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Sporenplanten
Lijken een beetje op zaadplanten; hebben ook wortels, bladeren en stengels, maar geen bloemen!
Planten zich voort doormiddel van sporen. 
Alle mossen en varens vallen hieronder. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Wieren/algen
Hele simpele planten, die eencellig of meercellig kunnen zijn, zonder aparte organen. 
Meest leven in de zee, maar er groeien vaak ook algen op een boom. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Opdracht
Maak de opdrachten van paragraaf 3.4 op de digitale methode.
Volgende les komt er meer huiswerk bij (foto opdracht)

Slide 13 - Diapositive