16 De kunst van het spreken

Klas 2 - 24 januari
Vragen over taalverzorging H12H13
Instructie H16 'De kunst van het spreken' 
Aan de slag H16
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Klas 2 - 24 januari
Vragen over taalverzorging H12H13
Instructie H16 'De kunst van het spreken' 
Aan de slag H16

Slide 1 - Diapositive

Les 16
De kunst van het spreken. 

Slide 2 - Diapositive

Retorica: kunst van het spreken
(uitgevonden door de oude Grieken)

Slide 3 - Diapositive

Begin van retorica
Athene 5e eeuw voor Christus
start democratie

Slide 4 - Diapositive

Sofisten
docenten die rondtrokken en les gaven in spreken.
Zij ontwikkelden een  zogenaamde handleiding voor hun leerlingen: 
basis voor het leren van de retorica

Slechte reputatie: het ging de sofisten niet om gelijk hebben, maar om gelijk krijgen (slinkse trucs).

Slide 5 - Diapositive

Socrates, Plato, Aristoteles
Verzet tegen sofisten.

Hoogste doel: de waarheid
Aristoteles nam middenpositie in: waarheid is belangrijk, maar de manier van spreken ook, mensen zijn gevoelig voor mooie woorden.

Slide 6 - Diapositive

Romeinen
Na de verovering van de Romeinen op de Grieken, namen de Romeinen het systeem van de retorica over. Zij ontwikkelden en perfectioneerden de retorica.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

In de tekst lees je dat in de vijfde eeuw voor Chr. in Athene voor het eerst werd nagedacht over retorica. Waarom juist daar en toen?

Slide 11 - Question ouverte

Welke drie standpunten over retorica lees je in de tekst?

Slide 12 - Question ouverte

Welk verband zie je tussen retorica en de politiek in onze tijd?

Slide 13 - Question ouverte

Lees de tekst op blz. 67. Waarom vond Demosthenes de voordracht het belangrijkste onderdeel van de redevoering en niet bijvoorbeeld de inhoud.

Slide 14 - Question ouverte

Waarom zou D. met stenen in zijn mond zijn gaan oefenen?

Slide 15 - Question ouverte

Wat vind je? Geldt het tegenwoordig ook nog dat je goed moet kunnen spreken? leg je antwoord uit.

Slide 16 - Question ouverte

Lees de theorie op blz. 86.
Noem drie beroepen waarvoor je retorica nodig zou kunnen hebben.

Slide 17 - Question ouverte

Lees de slogan in opdr. 7a. Welk stijlmiddel herken je?

Slide 18 - Question ouverte

Lees opdracht 7b.
Zoek naar een voorbeeld.

Slide 19 - Question ouverte

Bedenk zelf een slogan en verwerk daarin twee klassieke stijlmiddelen.

Slide 20 - Question ouverte

Opdracht
Lees opdracht 10.

  • Lees opdracht a: zoek twee voorbeelden, 1 ten goede en 1 ten slechte. 
  • Lees opdracht b: beschrijf op welke wijze de personen in jullie voorbeeld hun retorische talenten hebben ingezet en welke gevolgen dat had voor de geschiedenis. 
  • Laat de fragmenten zien en vertel je antwoorden op vraag b. 

Slide 21 - Diapositive

Vandaag: jullie zijn de docent. 

Bereid met je groepje een mini-presentatie voor (3-5 min.). Deze presentatie geef je in de volgende les (maandag 20 december). 


Slide 22 - Diapositive

Bereid in je groepje de mini-presentatie (3-5 min.) voor:

- bespreek de taakverdeling
- bespreek jullie onderwerpje
- zoek extra informatie bij het onderwerp

Je mag bij de presentatie alleen een spiekbriefje gebruiken.


Slide 23 - Diapositive