Herhaling 1.3
1 / 17
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Begroting
Inkomsten
Uitgaven
Inkomen uit arbeid
Dagelijkse uitgaven
Inkomen uit bezit
Vaste lasten
Inkomen uit overdracht
Incidentele uitgaven
Slide 2 - Question de remorquage
Verhuur van haar 2e woning
Kinderbijslag voor haar 2 kinderen
Loon voor het werken bij KPN
Het inkomen van Esmee bestaat uit drie soorten,
sleep de goede inkomensvorm er achter.
Bezit
Overdracht
Arbeid
Slide 3 - Question de remorquage
Bekijk het overzicht. Jelmer krijgt zakgeld per week, per maand en per kwartaal.
Bereken het zakgeld dat hij omgerekend in totaal per maand krijgt. Schrijf je berekening op
Bereken het zakgeld dat hij omgerekend in totaal per maand krijgt. Schrijf je berekening op
Slide 4 - Question ouverte
Wat is de functie van het Nibud?
A
Het Nibud helpt mensen om grip te krijgen op hun financiën.
B
Het Nibud helpt mensen om beter te leren koken.
C
Het Nibud helpt mensen om hun huis te verbouwen.
D
Het Nibud helpt mensen om fit te blijven.
Slide 5 - Quiz
Week
Jaar
Maand
...
...
...
...
: 52
x 52
: 12
x 12
Slide 6 - Question de remorquage
Geld dat je ontvangt van de overheid zonder dat je er iets voor doet
A
loon
B
salaris
C
kleedgeld
D
uitkering
Slide 7 - Quiz
Wat is het doel van een begroting?
A
Een begroting zorgt ervoor dat je genoeg geld uitgeeft.
B
Een begroting dient als bewijs voor de belastingdienst
C
Een begroting geeft je inzicht in je toekomstige inkomsten en uitgaven.
D
Een begroting is een goede oefening in hoofdrekenen.
Slide 8 - Quiz
Huishoudelijke uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven
Huur
Vakantie
Meubels
Energie
Verzekering
Cadeautjes
Uitgaan
Persoonlijke verzorging
Boodschappen
Slide 9 - Question de remorquage
Daan moet de contributie van €50,-bij de voetbalclub per kwartaal betalen.
Hoeveel is dit per maand?
Hoeveel is dit per maand?
Slide 10 - Question ouverte
118 euro per week = ......euro per maand
396 per maand = ..... euro per week
396 per maand = ..... euro per week
timer
1:00
Slide 11 - Question ouverte
In een klas heb je 30 leerlingen waarvan 17 jongens en 13 meisjes, hoeveel procent jongens zitten er in deze klas?
Slide 12 - Question ouverte
Hoeveel procent is 51 van de 92? Geef je antwoord in hele procenten
Slide 13 - Question ouverte
Je hebt €5.000 euro op je spaarrekening staan. Je krijgt na 1 jaar € 30 euro rente. Hoeveel is het rentepercentage?
Slide 14 - Question ouverte
Hoeveel procent is het minimumloon van een 16-jarige?
Slide 15 - Question ouverte
Bereken hoeveel procent van de inkomsten afkomstig zijn van het Rijk.
