maandag 21 juni 2A

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

startopdracht

Maak de opdrachten op het blad op je tafel. 

Als je klaar bent, ga je verder met opdracht 1 op de volgende bladzijde.

Emine is vandaag ontzettend blij, ........... haar zusje is vannacht geboren.

1. want
2. en
3. ook
4. bovendien

Haar moeder zei eergisteren nog dat ze een paar dagen geduld moest hebben, ........ ineens was ze er.

1. maar
2. toch
3. want
4. en

Emine heeft allerlei spulletjes voor haar zusje gekocht, ......... kleertjes, een knuffeltje en een speentje.

1. maar
2. ook
3. verder
4. zoals

__ laat ze haar hele klas een foto van het kleine meisje zien.

1. En
2. Toch
3. Bovendien
4. Maar

We gaan straks een tekst lezen over snoep

Eerst beantwoorden we een aantal vragen voordat we de tekst lezen. Daarna gaan we de tekst intensief lezen.

Wat is jouw favoriete snoepgoed?
(bijv. chocola, drop, spek)

Ik heb meer gesnoept tijdens corona dan daarvoor.

Eens

Oneens

Geef een verklaring (reden) voor de titel van de tekst.

Wat is een voorbeeld van een opsomming?

1. Het vermoeden was er al (r. 1)
2. Mensen in Nederland zijn meer gaan snoepen (r. 2)
3. Vooral winegums, drop en chocolade (r. 3/4)
4. Geen van deze antwoorden is een opsomming.

Wat wordt er bedoeld met 'een schepje er bovenop doen'(alinea 2)

Wat is de reden dat het Voedingscentrum verwacht dat mensen minder gaan snoepen? (al.4)

De tekst heeft het over de lagere verkoopcijfers van kauwgum.
Hoe zou dat komen? (al. 6)

Welk signaalwoord hoort bij een opsomming?

1. argument (r. 20)
2. maar (r. 20)
3. daarnaast (r. 20)
4. geen van deze antwoorden

Welk woord geeft een tegenstelling weer?

1. vermoeden (r. 1)
2. vooral r.( 3)
3. echter (r. 4)
4. minder (r. 5)

Waarom maakt het voedingscentrum zich zorgen?

1. Snoep is duurder geworden.
2. Veel mensen zijn nu al te dik.
3. Mensen kopen nu te veel snoep.
4. De overheid moet maatregelen nemen.

Wat is suikertaks?
geef je antwoord met 3 woorden.

Op welke vraag krijg je antwoord?

1. Hoeveel suiker zit er in snoep?
2. Hoe krijg je dezelfde smaak en structuur?
3. Hoelang zijn snoepfabrikanten al bezig de ontwikkeling?
4. Kan er snoep worden gemaakt met minder suiker?

Opdracht in stilte

Lees in stilte  de rest van de tekst vanaf: 

Gelukshormoon in chocola

Opdracht: 

1. Lees de tekst en onderstreep de signaalwoorden.

2. Zet in de kantlijn bij welk tekstverband deze horen.

Een tekst met veel onderstreepte woorden + tekstverband = +

Pim Pam Pet

We gaan Pim Pam Pet spelen.

https://wordwall.net/nl/resource/516156/pimpampet

schrijf het juiste woord op je wisbordje